Beleggingsplatform DeGiro mag de cliëntrelatie met een zelfstandig fiscalist beëindigen, maar moet hem wel meer tijd geven om zijn omvangrijke beleggingsportefeuille elders onder te brengen. Dat heeft het Gerechtshof Amsterdam bepaald in een kort geding dat de fiscalist had aangespannen.
DeGiro had begin dit jaar laten weten de cliëntrelatie te willen beëindigen omdat het de fiscalist in een verhoogde risicocategorie had geplaatst vanwege de waarde van zijn account, in combinatie met ‘berichten in de media inzake vermeende vergrijpen en specifiek de aard van deze vermeende vergrijpen’. De zaak is opmerkelijk omdat het beleggingsplatform in 2018 geen probleem had toen de fiscalist klant werd en pas na twee jaar beleggen van hem af wilde.
Uitspraak: ECLI:NL:GHAMS:2020:1992
Panama Papers, geroyeerd door NOB
De hoge stortingen van de fiscalist om aan zijn marginverplichtingen te voldoen waren voor DeGiro aanleiding om de klant te onderwerpen aan een verscherpt cliëntenonderzoek in het kader van de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme (Wwft). Bij dat onderzoek bleek dat de fiscalist wordt genoemd in de Panama Papers, geroyeerd is als lid van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs en dat de vergunning van het trustkantoor waar hij aan verbonden is geweest door de Nederlandse Bank is ingetrokken. DeGiro liet daarop begin dit jaar weten de cliëntrelatie met de fiscalist te willen beëindigen en gaf hem een maand de tijd om zijn beleggingsportefeuille elders onder te brengen.
Rechtszaak: cliëntovereenkomst mag worden beëindigd
De fiscalist spande een zaak aan over de kwestie. In hoger beroep voerde hij aan dat hij nimmer strafrechtelijk is veroordeeld, dat hij zelf aan DNB heeft verzocht om zijn trustvergunning in te trekken en dat al zijn stortingen zijn gedaan met inkomsten die bij de Belastingdienst bekend zijn. In het licht van dit verweer is het volgens het Hof niet aannemelijk dat DeGiro naar aanleiding van de bevindingen uit het verscherpt cliëntenonderzoek een reëel risico op reputatieschade of intrekking van haar vergunning als beleggingsonderneming zou lopen, zoals het had aangevoerd. Dat sprake was van een gewichtige of zwaarwegende reden om de cliëntovereenkomst met de fiscalist te beëindigen is onvoldoende gebleken. De uitkomsten van het onderzoek zijn volgens het Hof echter wel van dien aard dat DeGiro de fiscalist in een verhoogd risico categorie kon plaatsen en kon besluiten om de cliëntrelatie te beëindigen.
Meer tijd
Wel was het beleggingsplatform volgens het Hof te snel met het overboord kieperen van de fiscalist. Daarom moet hem tot het einde van het jaar de tijd worden geboden om over te stappen: ‘DeGiro moet als onderdeel van de cliëntovereenkomst de fiscalist voldoende tijd en gelegenheid bieden om bij een andere financiële dienstverlener een beleggingsrekening te openen en zijn beleggingsportefeuille daarheen over te brengen. ‘Dat dit mede gelet op de bijzondere samenstelling van de beleggingsportefeuille van [appellant] op dit moment niet eenvoudig zal zijn, is tussen partijen niet in geschil. Het hof ziet in het vorenstaande – het gebrek aan dringende of zwaarwegende reden(en) voor de beëindiging zijdens DeGiro en het belang van [appellant] bij het voorkomen van sluiting van zijn posities – aanleiding te bepalen dat de sluiting van de door [appellant] thans nog aangehouden posities in financiële instrumenten niet eerder dan 31 december 2020 behoeft te zijn afgewikkeld.’
Geef een reactie