Jonge accountants ervaren geen angst om problemen aan te kaarten bij managers. Ze werken juist in een cultuur die openheid stimuleert. Zo reageren drie studenten op uitlatingen van kwartiermakers Marlies de Vries en Chris Fonteijn in het FD. ‘We hopen dat de kwartiermakers vertrouwen hebben in de moed van jonge accountants.’
Het FD interviewde onlangs de kwartiermakers Marlies de Vries en Chris Fonteijn over de veranderingen in de bedrijfstak. ‘Ik weet na vijf maanden praten nog steeds niet of iedereen er wel van doordrongen is dat er echt iets moet gebeuren’, liet Fonteijn optekenen. Beiden gaven samen een gastcollege aan de Universiteit van Amsterdam. ‘Daar bleek bij handopsteken dat een grote meerderheid nog steeds hun manager niet durven aanspreken als er vervelende dingen gebeuren.’ Volgens De Vries gaf dat aan dat er nog steeds stappen moeten worden gemaakt.
Voorbeeld is niet kenmerkend
‘Het interview wekt de suggestie dat jonge accountants problemen niet durven aan te kaarten bij hun manager. Graag nuanceren wij dit op basis van onze ervaringen’, reageren de drie studenten post-master Accountancy Jochem Beemster, Gijs de Bra en Matthijs Bredenoord. Zij waren bij het gastcollege en schrijven dat er tijdens het gastcollege een casus behandeld werd waarin een jonge accountant frictie had ervaren nadat zij zich over het functioneren van een manager had geuit. ‘We kunnen ons zeker voorstellen dat dit de aandacht trok van de kwartiermakers. Maar dit voorbeeld is wat ons betreft – ondanks het beeld dat wordt opgeroepen – beslist niet kenmerkend voor de omgeving waarin jonge accountants zich bevinden.’
Anonimiteit vanwege eerlijkheid
In het genoemde college plaatsten studenten kanttekeningen bij een voorgestelde manier van beoordeling van de betrokkenheid van de partners. ‘Feedback van jonge accountants kan zeer waardevol zijn bij het meten van dit aspect van audit quality, maar de suggestie van de studenten was om dit anoniem te doen. Anders zou het gevoel van kwetsbaarheid mogelijk de eerlijkheid van de beoordeling in de weg staan.’
Cultuur stimuleert openheid
Maar de werkelijkheid is anders, benadrukken de drie. ‘De cultuur die wij ervaren is een andere dan die het artikel omschrijft. De cultuur stimuleert juist openheid en stelt ons in staat inhoudelijke en persoonlijke kwesties te bespreken met direct leidinggevenden en managers. Die managers vertegenwoordigen ons bij de bovenlaag. In onze beleving vertalen zij ook de tone at the top naar de werkvloer.’ De studenten zien in dat de sector nog verbeterslagen moet maken en willen daaraan bijdragen. ‘Wel hopen we dat de kwartiermakers vertrouwen hebben in de moed van jonge accountants. We blijven graag met hen in gesprek over onze rol in de hervorming van de sector.’
Geef een reactie