Een AA die in jaarrekeningen geen wettelijke reserves heeft aangehouden in verband met activering van immateriële vaste activa, heeft van de Accountantskamer een waarschuwing gekregen. De klagende onderneming had nog andere klachten, maar die zijn ongegrond verklaard.
Een accountantskantoor verzorgt vanaf 2015 de salarisadministratie en het samenstellen van de jaarrekening voor twee BV’s die tot dezelfde onderneming behoren: in de ene BV zijn de activiteiten ondergebracht, de andere omvat de onroerende zaken. De zaken gaan goed: de onderneming valt vanaf 2019 onder de wettelijke controleplicht. Het kantoor heeft echter geen controlevergunning; de controle is daarom ondergebracht bij een ander accountantskantoor.
Aanpassingen nodig
De samenstelling van de jaarrekening over 2018 loopt vertraging op door het nog niet voorhanden zijn van alle informatie. Wel verwachten de BV’s dat het concept op 1 februari gereed is. Maar dat gaat niet lukken. De AA laat wel weten dat de jaarrekening 2018 zal afwijken van de interne cijfers omdat er op een aantal punten aanpassingen moeten worden gedaan. Het gaat om de activering van websitekosten en daarbij het opnemen van een wettelijke reserve, de voorgestelde herwaardering van onroerend goed naar actuele waarde en de afschrijving op de incourante voorraad.
Opdracht teruggegeven
Daar zijn de BV’s het niet mee eens. De websitekosten worden niet afgeschreven en de (hogere) herwaardering van de gebouwen blijft zoals de directie heeft bepaald, krijgt de AA te horen. Maar die geeft aan dat hij dan geen samenstellingsverklaring kan afgeven. Dat leidt ertoe dat de opdracht wordt teruggegeven in verband met een vertrouwensbreuk. Een ander kantoor stelt vervolgens de jaarrekening voor 2018 samen.
De BV’s wenden zich tot de Accountantskamer. De AA had de opdracht niet mogen teruggeven, heeft risico’s in verband met de sterke groei van de onderneming niet gesignaleerd en heeft in de jaarrekeningen 2015, 2016 en 2017 ten onrechte geen wettelijke reserve opgenomen in verband met de activering van immateriële vaste activa. Tot slot had hij niet mogen adviseren om bedrijfspanden te herwaarderen tegen actuele waarde, zo klagen zij.
Opdracht teruggeven moest
De tuchtrechter verklaart de meeste klachten ongegrond. Zo mocht de AA wel degelijk de opdracht teruggeven: ‘Een accountant die zich ervan bewust wordt dat aanpassingen aan de samengestelde historische financiële informatie zijn vereist zodat deze informatie geen afwijking van materieel belang bevat, moet de geschikte aanpassingen aan het management voorstellen. Als het management daarna weigert, of het de accountant niet toestaat, de voorgestelde aanpassingen aan te brengen, moet de accountant de opdracht teruggeven.’
Snelheid was van belang
De AA heeft de onderneming zelfs een dienst bewezen door het snelle handelen, aldus de Accountantskamer: ‘Betrokkene mocht ervan uitgaan dat klagers zouden blijven vasthouden aan hun wens dat een samenstellingsverklaring zou worden afgegeven bij hun eigen jaarcijfers zonder aanpassingen. Betrokkene is terecht niet meegegaan in deze wens van klagers. Omdat voldoende duidelijk was dat klagers niet met de aanpassingen zouden willen instemmen, hoefde hij niet te wachten met zijn beslissing.’ Sterker nog: omdat de onderneming vanwege een financieringsproject belang hadden bij een snelle samenstelling van de jaarrekening, was het juist in hun belang dat de AA zo snel mogelijk duidelijkheid heeft verschaft.’
Advies uit eigen beweging
De AA hoefde de BV’s daarnaast niet uit eigen beweging te adviseren over de structuur van de onderneming, want daar hadden zij geen opdracht voor gegeven. ‘Gelet op de aard en omvang van een dergelijke opdracht mag ongevraagde advisering vanuit de accountant zelf niet worden verwacht.’
Fout met reserves toegegeven
De AA is wel de mist in gegaan door in de jaarrekeningen 2015, 2016 en 2017 geen wettelijke reserves aan te houden, terwijl bepaalde kosten waren geactiveerd als immateriële vaste activa. De BV’s voeren aan dat over deze jaren betaalde dividenduitkeringen de balanstest niet zouden doorstaan als de reserves wel waren aangehouden. De AA heeft zo’n balans- of uitkeringstoets niet gedaan. Het ten onrechte geen wettelijke reserves aanhouden heeft de AA zelf toegegeven. ‘Gelet hierop is de Accountantskamer van oordeel dat betrokkene heeft gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.’ Maar het achterwege blijven van de toets is niet de fout van de AA: ‘Het is de verantwoordelijkheid van het bestuur dat deze test wordt uitgevoerd.’
Advies niet bewezen
Tot slot hebben de klagers onvoldoende onderbouwd dat de AA in 2018 het advies heeft gegeven de bedrijfspanden te herwaarderen tegen actuele waarde, terwijl later bleek dat het herwaarderen van panden in eigen gebruik tegen de actuele verkoopwaarde vanaf 1 januari 2016 niet meer mogelijk is. De AA heeft ontkend dat hij zo’n advies heeft gegeven.
De Accountantskamer legt een waarschuwing op aan de AA. ‘Daarbij is in aanmerking genomen dat betrokkene zich onvoldoende aan het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid heeft gehouden door geen wettelijke reserves op te nemen in de jaarrekeningen van klagers over 2015, 2016 en 2017. Aan de andere kant is meegewogen dat betrokkene niet eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld en dat hij deze fout in de jaarrekeningen zelf heeft geconstateerd en klagers daarvan op de hoogte heeft gesteld.’
Geef een reactie