Door de coronacrisis hebben huishoudens in het tweede kwartaal van dit jaar hun spaarpot extra gevuld, maar tot meer extra aflossingen op de hypotheek is het niet gekomen, signaleert DNB.
‘Het is opvallend dat vrijwillige aflossingen op hypotheken – ook een vorm van besparingen – in dezelfde periode niet zijn toegenomen’, laat de toezichthouder weten. ‘Alleen bij relatief jonge huishoudens stegen vrijwillige aflossingen. Dit hangt mogelijk samen met hun hogere hypotheekschuld ten opzichte van de woningwaarde; extra aflossen verlaagt hun financiële risico’s.’
10 miljard minder besteed
De vrije besparingen van alle huishoudens opgeteld stegen in het tweede kwartaal met € 12,4 miljard ten opzichte van hetzelfde kwartaal vorig jaar. Het beschikbare inkomen is met € 2,4 miljard toegenomen, terwijl de consumptieve bestedingen met € 10 miljard zijn gedaald. De spaarquote – de besparingen ten opzichte van het bruto beschikbare inkomen – is gegroeid tot 35%. Dat was de laatste vijf jaar gemiddeld 25% in het tweede kwartaal.
In het tweede kwartaal is bijna € 11 miljard extra gestort op lopende en spaarrekeningen bij banken vergeleken met een jaar eerder. Bijna twee derde (63%) kwam terecht op spaarrekeningen, de overige 37% op lopende rekeningen. ‘Huishoudens deden dit op gewone spaarrekeningen en niet op deposito’s met een vaste looptijd. Omdat het renteverschil tussen deze twee soorten spaarrekeningen nihil is, zijn deposito’s met een vaste looptijd al een langere tijd op hun retour.’
Jongeren lossen wel meer af
Onder de vrije besparingen schaart DNB ook het extra aflossen op hypotheken, maar dat vertoonde juist een afname van € 340 miljoen. Huishoudens kiezen dus vaker voor het aanhouden van liquide spaarvormen, die direct opneembaar zijn. Een uitzondering vormen de 35-minners, die juist meer aflosten: gemiddeld ging het vrijwillig afgeloste hypotheekbedrag naar € 38.000, tegen € 22.000 een jaar eerder. Wel waren er minder jonge huishoudens die aflosten: 1,9% tegen 2,1% in dezelfde periode vorig jaar.
Zo maar wat losse conclusies uit deze cijfers:
– de winkels hebben het slecht, missen omzet: klopt het geld gaat op de bank
– de burger lijdt van de corona: financieel niet juist, het geld staat netjes op de bank te wachten op betere tijden
– de banken bulken van het geld: nou een beetje wel maar het blijft accuut opvraagbaar (overboekbaar) dus moeten ze het “beschikbaar” houden
– de hypotheken worden niet afgelost: dus blijft dat geld “boven de markt zweven”
gevolg:
als straks – met een paar maanden of wordt het jaren- de beperkingen kunnen worden opgeheven dan brandt het geld, niet in de zakken maar, op de rekening en gaan we samen de shop-achterstanden snel inhalen. Geld zat. De winkels krijgen het niet meer aangesleept, (veel) meer omzet met (evenzo veel) minder mensen. Hoezo…crisis?