De universiteit Groningen heeft tegen het Financieele Dagblad bevestigd dat de beboete hoogleraar Ruben Freudenthal is. Zijn naam, die het OM in een persbericht niet bekend maakte, lekte uit via de Telegraaf.
Voorbeeldfunctie
Het Openbaar Ministerie (OM) legde de Groningse hoogleraar belastingrecht een boete van €50.000 opgelegd omdat hij opzettelijk onjuiste informatie heeft verstrekt aan de Belastingdienst. Het OM sprak van een ernstig verwijt, omdat het juist van een hoogleraar belastingrecht het goede voorbeeld verwacht.
Partner bij Mazars
Freudenthal, tevens partner bij accountants- en belastingadvieskantoor Mazars, hield in 2014 doelbewust informatie achter toen de fiscus boekenonderzoek deed naar de maatschap waarin hij en een partner hun onroerend goed beheerden, stelt het OM. Hij was destijds maat in de vastgoedonderneming Wijk en Woude Vastgoed. De Belastingdienst vermoedde activiteiten in deze maatschap waarvan een administratie moest zijn bijgehouden. Freudenthal zei dat die administratie niet aanwezig was. Uiteindelijk stelde hij de stukken in 2015 alsnog ter beschikking.
Bevestigd
Het OM noemt de naam van Freudenthal niet. Maar naar aanleiding van berichtgeving in De Telegraaf bevestigt de Rijksuniversiteit Groningen tegen over het Financieele Dagblad dat het om hem gaat.
Bron: FD.nl
LAMA zegt
Zo te lezen: een echte wetenschapper en groot artiest. Wars van plichten. Zeker als het over de Fiscus gaat. En tegelijk dus ook superdom. Maar ja, mijn moeder zei heel veel vroeger al: de hoogste intelligentie grenst aan krankzinnigheid. Laat mij dan maar gewoontjes blijven…!
A. Brink zegt
Het verschijnsel van ‘buitengewoon hoogleraar’ moet als ongewenst worden verklaard.
Een hoogleraar die ook maat is in een vennootschap is per definitie een ongeschikte wetenschapper.
Joop Seebus zegt
Geheel eens met A.Brink. Een hoogleraar zou zo goed betaald moeten worden voor zijn belangrijke taak, dat hij zich daar 100 procent mee bezig kan houden. De toegevoegde titel “buitengewoon” wordt vooral gebruikt om fondsen te werven (door de universiteit) en glans te verlenen aan de degene die er om vraagt, in ruil voor een contributie. Iemand die de eer verdient voor zijn of haar bijdrage aan de wetenschap of het welzijn van de mensheid, zou zoiets als een titel van: “gast hoogleraar” moeten krijgen
M. Bongers zegt
Het is jammer en teleurstellend dat men zo snel zijn oordeel klaar heeft over anderen. Het zou iedereen sieren eerst een serieus onderzoek in te stellen alvorens een oordeel te vellen, los nog van de vraag of dat oordeel eigenlijk wel voor iemand van belang is. Het zou toch vanzelfsprekend moeten zijn voor onze beroepsgroep dat men niet zonder gedegen onderzoek een mening (oordeel) heeft en dan nog is de vraag of dit oordeel naar buiten toe moet worden uitgedragen. Aan roddelaars hebben we niets!
Ik neem aan dat deze eerste reacties van buiten de beroepsgroep komen.