De top van verfconcern AkzoNobel heeft behoorlijke bonussen in de wacht weten te slepen, ook al was PwC vorig jaar kritisch over de bonusregeling.
Het speciale ’2020 performance incentive plan’ stelt topman Vanlancker en de financiële man Maarten de Vries een extra beloning in het vooruitzicht van tweemaal hun basissalaris als AkzoNobel een omzetrendement van minstens 15% haalt. Het Nederlandse concern meldt vandaag dat die doelstelling is behaald. Als er wordt gekeken naar het basissalaris van de bestuurders in 2019 zou Vanlancker een bonus van ruim €2 miljoen ontvangen, De Vries €1,35 miljoen.
Kritiek PwC en VEB
In de opmerkingen bij het vorige jaarverslag uitte PwC kritiek op de ’ambitieuze externe doelstelling, omdat die de druk op het management vergroot om het doel te halen en daarmee ook bijdraagt aan het risico dat interne controles terzijde worden geschoven’. Ook de Vereniging van Effectenbezitters had vorig jaar flinke kritiek op de bonus. Directeur Paul Koster noemde de regeling teleurstellend en niet gepast. ‘Wij zijn tegen kortetermijnbonussen omdat die enorme druk op een topman leggen en daarmee op de organisatie met alle nadelige gevolgen van dien.’
Doel behaald
Die druk werd in het voorjaar verlicht, toen AkzoNobel na de uitbraak van het coronavirus zijn financiële doelstellingen voor 2020 opschortte. Het verfbedrijf heeft het doel nu echter alsnog behaald. De bonusuitkering is mogelijk omdat Akzo geen aanspraak heeft gemaakt op loonsteun via de NOW-regeling.
Een woordvoerder van AkzoNobel meldde vorig jaar dat de bonus in de plaats was gekomen van een langetermijnbeloning in aandelen. Topman Vanlancker zelf zei in oktober vorig jaar in een interview met het FD zijn bedrijf voor het halen van een bonus ‘niet in de sloot te duwen’.
FD/AV
Geef een reactie