
Een RA werd in 2021 door de rechtbank Amsterdam veroordeeld tot een half jaar celstraf en een taakstraf van 200 uur voor valsheid in geschrifte en het voorhanden hebben van valse facturen. Het hoger beroep in die zaak loopt nog, maar de FIOD probeert de accountant ondertussen alvast tuchtrechtelijk aan te pakken. Dat lijkt bepaald niet kansloos, bleek deze week tijdens de behandeling van de zaak bij de Accountantskamer. “Ik hoor u alles verdedigen, terwijl ik het nog steeds niet kan volgen.”
Door Misha Hofland
Politie: facilitators
In de strafrechtelijke onderzoeken Tandem I, II en III werden een paar jaar geleden enkele verdachten veroordeeld in verband met onder meer betrokkenheid bij een liquidatiepoging in 2015, drugshandel, witwassen en deelname aan een criminele organisatie. Uit nader onderzoek naar het witwassen werd onderzoek Tandem IV gestart, waarin is gerechercheerd naar de geldstromen. In dat onderzoek kwamen twee neven en hun achteroom als verdachten naar voren, die laatste is de registeraccountant.
Bij de politie bestond het vermoeden dat de broers de rechtspersonen waarvan zij de bestuurder en enig aandeelhouder zijn (geweest) tegen betaling hebben laten gebruiken om in opdracht van anderen geld wit te wassen. Er werden facturen aangetroffen bij de vennootschappen gelieerd aan de broers, hun vader en de RA, die niet direct herleidbaar zijn tot verrichte werkzaamheden. De meeste uitgaven zouden de rechtspersonen van de neven van de RA volgens de politie alleen maar kunnen doen omdat ze daaraan voorafgaand giraal aanzienlijke geldbedragen ontvingen van de rechtspersonen waarvan de accountant de bestuurder en enig aandeelhouder is of contante stortingen ontvingen. Bij de politie bestond het vermoeden dat de RA en zijn neven optraden als facilitator van onder meer twee van de veroordeelden in de eerdere Tandem-zaken.
Valse facturen
Justitie spande vervolgens in 2021 een zaak aan tegen de accountant. Bij de rechtbank Amsterdam draaide het om de vraag of de werkzaamheden die ten grondslag liggen aan de facturen daadwerkelijk hebben plaatsgevonden (valsheid in geschrifte) en, zo nee, of het geld waarmee de facturen zijn voldaan is terug te voeren op legale bronnen (witwassen). De RA werd vrijgesproken van gewoontewitwassen, omdat daar volgens de rechtbank onvoldoende bewijs voor was. Wel maakte de accountant zich schuldig aan het medeplegen van het valselijk opmaken van een factuur van 62.500 euro, oordeelde de rechter. Daarnaast heeft de man gedurende bijna 5 jaar via zijn vennootschappen samen met vennootschappen gelieerd aan familieleden valse facturen voorhanden gehad met een totaalbedrag van 228.690 euro. Met die facturen is tevergeefs geprobeerd in de administraties een legitieme verklaring te geven voor het rondpompen van geld tussen de vennootschappen van de verdachte RA en die van de neven en hun vader. ‘Kennelijk heeft verdachte een motief gehad voor het meewerken aan dit rondpompen van geld’, sprak de rechtbank onder meer uit. De neven werden veroordeeld voor het witwassen van geld, memoreerde de rechter in het vonnis tegen de accountant. ‘Zij opereerden op de rand van de boven- en de onderwereld. Niet is vast te stellen dat verdachte een rol heeft gespeeld bij dat witwassen, maar met het rondpompen van geld dat is betaald naar aanleiding van valse facturen, neemt iemand in zijn algemeenheid wel het risico dat hij daarmee bijdraagt aan het faciliteren van witwassen.’ Daarom werd hem een gevangenisstraf van 6 maanden en een taakstraf van 200 uur opgelegd.
Accountantskamer
De FIOD spande daarop namens het Openbaar Ministerie een tuchtzaak aan tegen de RA. Bij de Accountantskamer verwezen aanklagers Lieke Brouwers en Ron Dohmen ter onderbouwing uitgebreid naar de strafzaak. “Meneer heeft niet voldoende professioneel, integer en vakbekwaam gehandeld”, betoogde Brouwers onder meer. “Hij heeft zijn kennis misbruikt door deze in te zetten voor criminele activiteiten en heeft hiervoor geen verantwoordelijkheid genomen. Er is duidelijk sprake van verhulling, maar hij heeft geprobeerd dit recht te praten en geen enkel inzicht getoond in de laakbaarheid van zijn handelen.”
‘Alleen slordigheden’
Zelf ziet de RA dat allemaal heel anders. Tegenover de Accountantskamer beloofde hij bij aanvang van de zitting volledig transparant te zijn. “Ik sta hier met een zwaar gemoed, want de uitspraak van de rechtbank straalt niet positief op me af. In de familiesfeer heb ik misschien niet altijd gehandeld met de zorgvuldigheid die van me mag worden verwacht, maar gaat wel om proportionaliteit. Er is sprake geweest van slordigheden, maar niet van opzettelijk handelen en het onderdeel zijn van een criminele organisatie.”
Zowel bij de rechtbank als deze week bij de Accountantskamer bleek het echter nogal lastig te zijn om helder te krijgen waar de omstreden factuur van 62.500 euro nu precies betrekking op had. Bij de rechtbank verklaarde de RA eerst dat het ging om een mogelijke investering, toen om werkzaamheden die een familielid zou uitvoeren en ten slotte om een lening. Daarover oordeelde de rechter: ‘Nog los van het feit dat deze gang van zaken nergens uit blijkt, klopt het ook niet met de omschrijving “Business Advisory 2015” op de factuur, hetgeen bij geen enkele door verdachte beschreven variant past.’ De verklaringen werden dan ook als ongeloofwaardig terzijde geschoven.
Ook de tuchtrechters trokken deze week flink wat tijd uit om de kwestie op te helderen, maar dat lukte niet bepaald. “Hoe meer vragen we stellen, hoe onduidelijker het wordt”, verzuchtte voorzitter De Haan tegen het einde van de zitting. En: “het blijft een moeilijk te doorgronden verhaal van uw kant.” Ook facturen die betrekking hebben op zogenaamd door de neven uitgevoerde werkzaamheden blijven schimmig. De familieleden hebben weinig aantoonbare expertise op de gebieden waarop de werkzaamheden betrekking zouden hebben, maar kregen ondertussen wel forse bedragen uitgekeerd. “U bent toch gewoon gebruikt in dit hele verhaal om alles weer recht te breien”, hield tuchtrechter Sandra Schreuder de RA voor. “Ik vind het heel moeilijk te geloven dat dit dan toch allemaal oké is, zoals u zegt, en het alleen om administratieve slordigheid gaat. Ik hoor u alles verdedigen, terwijl ik het nog steeds niet kan volgen.” De accountant erkende daarop wel dat zijn neven verschillende zaken “buiten mij om hebben gedaan. In dat opzicht ben ik wel belazerd, maar ik weet daar verder niks van.”
De Accountantskamer doet over 15 weken uitspraak.
gelijk levenslang royeren die RA,
zeer slecht voor het aanzien van het beroep als deze RA zijn beroep mag blijven uitoefenen
“In de beperking toont zich de meester”, een (oorspronkelijk duits?) spreekwoord dat hier aan de orde is, of beter gezegd had kunnen zijn. Want wat hier speelt gaat over toch wel aardige opgelopen bedragen. Hadden ze het nu maar beperkt gehouden, zeg maar tot een duizend of vijf, dan had onze politie er geen aandacht meer aan besteed. Dus crimineeltje spelen mag dan misschien nog steeds niet maar als je het dan toch doet blijf dan bescheiden, en speel rustig, nu ook ongestoord door vreemde blikken, verder. Helaas voor u kan ik dit advies niet concreet maken want de publicatie waaraan het is ontleend vermeldt er niet bij of de gehanteerde toetsingsnorm per mens, per jaar, per geval of per: -hoe-de-pet-van-de-agent-staat- zal gelden. En tenslotte is vraag of we onze (vak)definitie van fraude moeten gaan herzien?
Ik kan niet geloven dat er een accountant is die dit werkelijk meent: Hadden ze het nu maar beperkt gehouden, zeg maar tot een duizend of vijf, dan had onze politie er geen aandacht meer aan besteed. Dus crimineeltje spelen mag dan misschien nog steeds niet maar als je het dan toch doet blijf dan bescheiden, en speel rustig, nu ook ongestoord door vreemde blikken, verder.
@ Gerard van Brakel: wat ik er mee zeggen wilde was dat het beleid van de politie, om meldingen van de z.g. kleine vergrijpen niet meer in behandeling te nemen, een zekere mate van overeenstemming vertoont met het begrip: materialiteit. Als we als accountant maar niet teveel foutjes of desnoods fouten zien dan geven we toch wel de verklaring af.
Dus pleit ik er nu voor om alle materialiteit af te schaffen. Hoe onwerkbaar dat ook mag blijken te zijn.