
Het aantal bij de Accountantskamer ingediende klachten is vorig jaar met ruim een derde toegenomen tot 138. Een belangrijke oorzaak daarvoor is dat de NBA met veel meer PE-tuchtklachten kwam omdat een aantal accountants de cursus gericht op fraudeherkenning niet hadden gevolgd.
De Accountantskamer kreeg in totaal 138 klachten tegen accountants binnen (in 2021 waren dat er 103), waarvan er 30 na indiening zijn ingetrokken. Een groot deel – 47 stuks – was afkomstig van de NBA en gericht tegen accountants die niet hadden voldaan aan hun PE-verplichting met betrekking tot het volgen van de cursus Frauderisico-factoren (zes studie-uren). ‘De NBA heeft 14 klachten ingetrokken nadat accountants hadden aangetoond dat ze de cursus hadden gevolgd, maar dat niet hadden geregistreerd’, zo meldt voorzitter Sandra Schreuder (foto) in het jaarverslag. Uiteindelijk is aan 29 accountants een waarschuwing en een geldboete gekregen; vier kregen een berisping vanwege recidive.
‘Veel integriteitsklachten gegrond’
Ook vorig jaar liepen accountants tegen doorhalingen op: veertien in totaal, waarvan er twee met drie en acht jaar langdurig waren. Niels van Nieuw Amerongen, die na ruim vier jaar vertrok als plaatsvervangend lid van de Accountantskamer, zegt in het jaarverslag: ‘Mij is tegengevallen dat er best veel klachten tegen accountants op het fundamentele beginsel integriteit gegrond worden verklaard. Dat is heftig en accountants onwaardig. Ik heb meerdere klachten behandeld waarbij de opgelegde maatregel een doorhaling werd, daar denk je als kamer niet lichtzinnig over.’
Mogelijk meer uitspraken uitvoerbaar bij voorraad
De gemiddelde doorlooptijd van zaken liep verder terug naar een kleine zes maanden. Schreuder: ‘De oorzaak daarvan is mede gelegen in het feit dat de PE-zaken snel konden worden afgehandeld en er ‘maar’ een vijftal grote controleklachten is ingediend door AFM en curatoren.’ Door een hausse aan coronasteunzaken is de doorlooptijd bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven wel fors opgelopen. ‘Ik vind het een zorgelijke ontwikkeling temeer omdat gemiddeld genomen tegen ongeveer 40 procent van onze uitspraken hoger beroep wordt ingesteld. In 2022 was dat in 33 van de 67 gegrond verklaarde klachten het geval. Zo kan het jaren duren voordat partijen weten waar ze aan toe zijn en een aan de accountant opgelegde maatregel eventueel definitief wordt. De Accountantskamer overweegt dan ook om meer uitspraken uitvoerbaar bij voorraad te verklaren waardoor de maatregel direct na haar uitspraak ingaat.’
Geef een reactie