De kwaliteit van de accountantscontrole kan met drie relatief kleine ingrepen worden verbeterd, betoogt Christian Peters, die op 13 juni promoveert aan Tilburg University: lastiger controletaken meer prioriteit geven, leren en innoveren bevorderen en een andere houding aannemen ten opzichte van nieuwe technologieën in de accountantscontrole.
Peters verdedigt zijn proefschrift The Microfoundations of Audit Quality, dat is gebaseerd op drie onderzoeken. Aanleiding daarvoor is de kritiek op het accountantsberoep die in de afgelopen jaren is gegroeid door onder meer boekhoudschandalen en het vaak daaraan gekoppelde falen van accountants. ‘Dit roept de vraag op wat zorgt voor een accountantscontrole van hoge kwaliteit. Het falen van accountants komt vaak voort uit beoordelingen en besluitvormingen waarbij een gebrek aan een professioneel-kritische instelling een rol speelt, een gebrek aan onafhankelijkheid, of het nemen van het pad van de minste weerstand.’
Moeilijke taken worden uitgesteld
Peters onderzocht de beoordelingen en besluitvormingen die individuele accountants maken en operationele factoren in accountantsorganisaties die hierin een rol spelen. Het eerste onderzoek betrof de vraag welke controletaken door accountants worden geprioriteerd en welke worden uitgesteld. ‘Dit is belangrijk omdat een accountantscontrole vaak onder tijdsdruk gebeurt. Hierdoor worden soms taken niet volledig afgerond, of in sommige gevallen zelfs weggedocumenteerd.’ Accountants zijn meer geneigd om makkelijke taken te prioriteren en moeilijke controletaken uit te stellen of niet af te ronden, zo blijkt uit een experiment.
Nieuw raamwerk voor leren en innoveren
Daarnaast deed Peters een literatuuronderzoek om te peilen hoe accountants binnen accountantsorganisaties leren. ‘Recente analyses over het accountantsberoep tonen namelijk aan dat de technocratische aspecten van het beroep het leren en innoveren vaak in de weg staan.’ Samen met twee promotoren kwam Peters tot een raamwerk en suggesties hoe accountantsorganisaties het leren kunnen bevorderen, zoals het incorporeren van momenten van reflectie in de accountantscontrole en accountants trainen om te denken in bepaalde kennisstructuren.
Minder kritisch op technologie
Het derde onderzoek richtte zich op hoe kritisch accountants zijn tegenover het gebruik van nieuwe technologieën bij de accountantscontrole, zoals kunstmatige intelligentie. ‘Uit een experiment wordt duidelijk dat accountants bij gestructureerde controlewerkzaamheden minder kritisch zijn wanneer deze uitgevoerd worden door technologie dan wanneer deze worden uitgevoerd door een collega.’ Ook blijkt dat het negatieve effect van technologie op de kritische instelling van accountants verminderd kan worden met een interventie gericht op een mindset waarin de accountant meer geneigd is om tegenargumenten te genereren.
Geef een reactie