
Op dit moment consulteert de CEA de uitgangspunten van de nieuwe eindtermen, het zogenaamde raamwerk. Vervolgens worden de eindtermen op basis van het herziene raamwerk daadwerkelijk geschreven. Doel is een toekomstbestendige en thematische opzet van de opleiding te realiseren. Hoewel de consultatie nog een week duurt, publiceert CEA de voorlopige reacties. Interessant zijn die van Stagebureau Accountancy Overheid (SAO) en Nyenrode Business University (NBU).
Flexibeler
Beide partijen zien de herziening van de eindtermen als een kans om de opleiding flexibeler en toekomstbestendig te maken. Een toekomstbestendig kader biedt ruimte om eindtermen beter aan te laten sluiten op specifieke werkomgevingen, denken ze. Een hoger abstractieniveau kan helpen om eindtermen breder toepasbaar te maken, waardoor trainees werkzaamheden kunnen uitvoeren die bijdragen aan kennis en kunde, ook als ze niet exact overeenkomen met de voorgeschreven eindtermen. Nyenrode benadrukt dat het loskoppelen van leeruitkomsten van specifieke vakken studenten met uiteenlopende vooropleidingen beter faciliteert.
Minder concreet
Tegelijkertijd brengen de veranderingen uitdagingen met zich mee. Door meer abstractie zijn leeruitkomsten minder concreet en kan het moeilijker zijn voor opleidingen en trainees om de juiste norm te bepalen. Een te abstracte formulering kan eveneens leiden tot discussie tussen regelgevers, opleidingen en trainees. Nyenrode waarschuwt daarbij dat het moeilijker kan worden voor studenten om soepel over te stappen naar andere instellingen vanwege verschillen in interpretatie van leeruitkomsten.
Thematisch
De thematische benadering biedt volgens beide partijen voordelen. Enerzijds verwachten ze een betere integratie van theorie en praktijk: het niveau en de inhoud van werkzaamheden kunnen beter afgestemd worden op de opleidingsfase. Ook kunnen de verschillende werkterreinen van accountants beter bediend worden. Nyenrode legt extra nadruk op ‘integrated thinking’, waarbij zowel vakinhoudelijke als sociale en analytische vaardigheden in elk thema terugkomen. Mogelijke belemmeringen zijn volgens SAO en NBU een mismatch met praktijkervaring: er kan een gebrek aan passend werk zijn in de praktijk dat aansluit bij een specifiek thema. Ook kunnen er verschillende thematische indelingen per opleiding ontstaan wat de aansluiting bij praktijkopleidingen kan bemoeilijken. NBU benadrukt dat een fundamentele herschikking van vakken en competenties nodig is.
Integratie theorie en praktijk
Beide partijen zien de voordelen van een betere aansluiting tussen theorie en praktijk, maar verschillen in de mate waarin ze integratie ondersteunen. SAO bepleit een nauwe aansluiting, maar ziet integratie als complex vanwege de verdeling van verantwoordelijkheid over verschillende organisaties. Nyenrode Business University pleit voor een vergaande integratie en werkt al met tripartiete overeenkomsten tussen student, werkgever en onderwijsinstelling.
Meer integratie kan leiden tot sneller begrip bij trainees, omdat een directe koppeling van theorie aan praktijk het leerproces effectiever maakt, denken beide. Ook voorzien ze efficiëntere leerprogramma’s: er is immers minder theorie die niet in de praktijk wordt toegepast. Ook is er maatwerk in onderwijs mogelijk. Zo kunnen er specifieke werkomgevingsgerichte cursussen aangeboden worden. Mogelijke belemmeringen zijn studieduur en flexibiliteit. Nyenrode erkent dat strikte integratie uitdagingen oplevert als een student tegenslag ervaart en langer over de opleiding doet. Meer samenwerking tussen theorie- en praktijkopleidingen vraagt ook om extra afstemming en werkdruk.
Normering
Beide partijen pleiten voor een zekere mate van normering. Stagebureau Accountancy Overheid stelt een centrale normering voor door CEA om mobiliteit tussen opleidingen en werkgevers te bevorderen. Nyenrode Business University heeft een voorkeur voor een minimum aantal ECTS voor de gehele opleiding, zodat instellingen binnen deze kaders eigen accenten kunnen leggen. Daarnaast bepleit NBU een normering die aansluit bij het European Qualifications Framework (EQF), met als uitgangspunt dat de Assurance/RA-opleiding op universitair niveau blijft en de MKB/AA-opleiding op HBO-niveau.
Instroomnormen en diversiteit
Beide partijen ondersteunen het idee van een minimumset aan competenties, maar leggen verschillende accenten. SAO benadrukt het belang van een goed gedefinieerd instapniveau om te voorkomen dat studenten met onvoldoende kennis starten. Nyenrode Business University legt extra nadruk op geïntegreerde vaardigheden zoals ‘integrated thinking’, kritisch denken en sociale vaardigheden. NBU stelt daarnaast een formatieve entreetoets voor die kan bepalen welke aanvullende kennis of praktijkervaring een student nodig heeft.
Conclusie
Waar SAO dus voorzichtig blijft over volledige integratie van theorie en praktijk, pleit NBU juist voor een vergaande integratie. Ook verschillen SAO en NBU in de gewenste mate van normering. Stagebureau Accountancy Overheid wil centrale sturing, terwijl NBU meer flexibiliteit ziet in een minimum-ECTS-benadering. Desondanks zijn beide partijen het eens over de noodzaak van heldere instroomvoorwaarden en thematische focus om een effectievere en toegankelijkere accountantsopleiding te realiseren.
Het is nog mogelijk te reageren. Dat kan hier.
Geef een reactie