
Successiewet: jurisprudentie verwerkt in wetgeving
Twee recente arresten van de Hoge Raad vormen directe aanleiding voor aanpassingen in de Successiewet 1956 (SW):
- Breukdelengemeenschap en estate planning (HR 16-02-2024): De wet wordt aangepast om ongewenste constructies rond huwelijksvermogensregimes in het zicht van overlijden te bestrijden.
- Discriminatie buitenhuwelijkse kinderen (HR 06-09-2024): De wet wordt in lijn gebracht met het EVRM; ook niet-juridisch verwante biologische kinderen met een ‘family life’-relatie worden fiscaal gelijk behandeld.
Daarnaast worden de aangiftetermijn erfbelasting verlengd naar 20 maanden en het renteaanvangstijdstip evenredig aangepast (AWR).
Tevens komt er een aanpassing fictie in de SW. Een schenking binnen 180 dagen vóór overlijden van de schenker wordt bij fictie geacht door het overlijden te zijn verkregen en valt onder de erfbelasting. Dit heeft tot gevolg dat zowel aangifteplicht voor de schenkbelasting als aangifteplicht voor de erfbelasting bestaat. De schenkbelasting wordt vervolgens verrekend met de erfbelasting. De voorgestelde maatregel houdt in dat de schenking binnen 180 dagen vóór overlijden niet als schenking wordt aangemerkt, waardoor de verplichting tot het doen van aangifte schenkbelasting vervalt.
Loonbelasting en vergroening
De volgende wijzigingen in de loon- en motorrijtuigenbelasting vallen op:
- Fietsregeling verduidelijkt: Zakelijk gebruik van deel- en hubfietsen blijft buiten de bijtelling.
- RVU-drempelvrijstelling wordt structureel en verhoogd, met een verhoging van het tarief boven het vrijgestelde deel.
- Normering leasemarkt: Vanaf 2027 mogen alleen emissievrije auto’s worden geleased indien ook privégebruik is toegestaan. Er komt een pseudo-eindheffing van 52%.
- Emissievrije voertuigen (bpm en mrb): Vaste voet bpm voor EV’s (€667) en motorfietsen (€200); kwarttarieven mrb vervallen vanaf 2028.
Milieubelastingen en circulaire economie
Een belangrijk deel van het pakket focust op milieusturing:
- Afvalstoffenbelasting: Generieke tariefsverhoging en aanscherping CO₂-heffing voor AVI’s (afvalverbrandingsinstallaties); vrijstelling verdwijnt uiterlijk in 2033.
- CO₂-heffing industrie: Reductiedoel verschuift naar 2032; tarief stijgt naar €216/ton in 2035.
- Heffingsplafond leidingwater: Afschaffing in twee stappen (2026: 50.000 m³; 2027: geen plafond); belastinggrondslag wordt versmald.
- Hervorming afvalstoffenbelasting: Grondslag wordt verbreed; tarief voor storten met ontheffing verhoogd.
- Verbruiksbelasting dranken: Uitzondering voor zuivel wordt beperkt tot pure zuivel- en sojadranken (melk, geen gearomatiseerde of gemengde dranken).
Inkomstenbelasting en box 3
Belangrijke wijzigingen in de inkomstenbelasting:
- Beperkte indexatie via tabelcorrectiefactor (TCF): Inflatiecorrectie op schijven en heffingskortingen wordt per 2026 verder ingeperkt, bovenop eerdere maatregel ter financiering btw-maatregel cultuur.
- Tariefaanpassing schijven box 1: Als compensatie voor stijgende zorgpremies.
- Box 3: Forfait overige bezittingen stijgt naar 7,78%; heffingsvrij vermogen daalt naar €51.396.
Energiebelasting
Om huishoudens te compenseren voor hoge energiekosten wordt de belastingvermindering in de energiebelasting verhoogd naar €529,10 in 2026. Deze verhoging blijft gelden tot en met 2028 en heeft een structurele budgettaire impact van €200 miljoen per jaar.
Het Belastingplan 2026 blijft onder voorbehoud van parlementaire behandeling. De gepresenteerde maatregelen kunnen nog worden aangepast in het wetgevingsproces. De volledige beleidsagenda bevat daarnaast ook enkele zelfstandig ingediende wetsvoorstellen en technische uitwerkingen, waaronder de teruggedraaide btw-verhoging op cultuur, sport en media.
Kamerbrief over fiscale beleids- en uitvoeringsagenda 2025
Voorlopige inhoud pakket en wetsvoorstel Belastingplan 2026 en zelfstandige wetsvoorstellen
Zie ook:
Geef een reactie