Kappers vallen onder het verlaagde 9%-tarief voor de btw, maar alleen voor “de diensten die kappers in hun hoedanigheid van kapper verrichten”, aldus de wet. “Als voorbeeld kunnen worden genoemd het knippen, wassen en verven van haar en het aanbrengen van permanenten. Eventuele andere diensten die door kappers worden verricht, zoals het aanbrengen van (bruids)make-up, het geven van schoonheidsbehandelingen en de verzorging van nagels, blijven onderworpen aan het algemene tarief.”
Een kapper die zogeheten headspa-behandelingen aanbiedt, wilde weten of die ook onder het verlaagde tarief vallen. De kennisgroep Omzetbelasting boog zich erover en constateerde dat zo’n behandeling bestaat uit het beoordelen en wassen van de hoofdhuid en het haar, het scrubben en masseren van de hoofdhuid, een stoombehandeling, het masseren van nek, schouders en/of handen en het föhnen van het haar.
Lichaamsverzorging
Dat alles kwalificeert niet als een dienst die door een kapper als zodanig wordt verricht, vindt de kennisgroep. “De dienst bestaat uit handelingen die niet kenmerkend zijn voor een kappersdienst, omdat zij voor het overgrote deel zijn gericht op de hoofdhuid en andere delen van het lichaam, en niet op het haar.”
Uit de wetsgeschiedenis volgt dat het bij de beoordeling of sprake is van een kappersdienst moet gaan om handelingen die gewoonlijk door een kapper aan menselijk haar worden verricht. “Hiervan is in casu geen sprake.” Het gaat om diensten gericht op lichaamsverzorging en ontspanning. “Dit sluit ook aan bij het doel van de behandeling, namelijk het verbeteren van de gezondheid van de hoofdhuid en het bevorderen van het algehele welzijn. Hieraan doet niet af dat de behandeling handelingen omvat die ook door kappers worden verricht, zoals het haar wassen en föhnen.”



Oef, dat geeft kopzorgen.