Twee registeraccountants zijn door de Accountantskamer berispt voor het geven van misleidende toekomstgerichte financiële informatie bij de ontslagaanvraag van een administrateur werkzaam bij een Peugeotdelaer.
Een administrateur werkt voor een Peugeotdealer met een aantal vestigingen. Hij staat op de loonlijst van een van de vennootschappen. De kosten van de administratie werden doorbelast naar de vestigingen. De administrateur wordt om bedrijfseconomische redenen ontslagen. De Peugeotdealer dient hiervoor een ontslagaanvraag in bij het UWV. Bij deze ontslagaanvraag werd een brief, opgesteld en ondertekend door een openbaar accountant, op briefpapier van een accountantskantoor overlegd. Bij de brief horen ook een aantal bijlagen met de financiële prognose van de dealer als hij wel en als hij niet zijn beleid zou wijzigen. Het UWV verleent de goedkeuring voor de ontslagaanvraag mede op mede op basis van de bijlagen bij de aanvraag. De uitkeringsinstantie stuurt de goedkeuring van de ontslagaanvraag aan de accountant in business financieel directeur bij de Peugeotdealer.
Klacht
De administrateur verwijt de openbaar accountant dat hij verklaringen, overzichten en rapportages heeft opgesteld die niet alleen materieel onjuist, maar ook niet volledig zijn en een verkeerde indruk wekken, als gevolg waarvan die verklaringen, overzichten en rapportages als misleidend kunnen worden ervaren. Tevens houdt hij de financieel directeur van de Peugeotdealer ervoor verantwoordelijk dat de ontslagaanvraag voor hem ten onrechte werd ingediend namens de vennootschap waar hij op de loonlijst stond en dat deze in samenwerking met de openbaar accountant werd voorzien van een onjuiste en misleidende financiële onderbouwing.
Niet-ontvankelijksverweer verworpen
De beide betrokken accountants hebben een beroep op de niet-ontvankelijkheid van de administrateur gedaan, maar de Accountantskamer verwerpt het niet-ontvankelijkheidsverweer. De accountant in business financieel directeur bij de Peugeotdealer vindt dat zij in de onderhavige zaak niet beroepsmatig heeft gehandeld, maar de Accountantskamer is van mening dat het door een registeraccountant (als accountant in business) gebruiken van – weliswaar door een andere accountant opgestelde – financiële stukken in het kader van een ontslagaanvraag, valt onder het bereik van handelen en/of nalaten ten aanzien van de uitoefening van het accountantsberoep als bedoeld artikel 42 van de Wab. De Accountantskamer ziet dan ook geen reden om de accountant in business daarvoor niet ten volle tuchtrechtelijk verantwoordelijk te houden.
Gronden van de beslissing
De Accountantskamer oordeelt dat de door de openbaar accountant opgestelde en onder verantwoordelijkheid van de accountant in business bij de ontslagaanvraag overgelegde financiële stukken wordt voorbijgegaan aan het gegeven dat bij de Peugeotdealer een reorganisatie was ingezet, waarbij in het jaar 2013 een bepaalde vestiging zou worden opgeheven en daarvoor in de plaats zou een vestiging in een andere stad komen. Door het verbloemen van deze reorganisatie heeft de openbaar accountant volgens de Accountantskamer in de bijlagen bij de ontslagaanvraag toekomstgerichte financiële informatie verschaft die om die reden niet juist kon zijn. De bewoordingen “bij ongewijzigd beleid” bij het jaartal 2013 wekken volgens de Accountantskamer de indruk dat nog op de oude voet zou worden doorgegaan, terwijl het beleid ten tijde van het opstellen van die verklaring al lang gewijzigd was. Onder deze omstandigheden moeten die bewoordingen dan ook als misleidend worden aangemerkt, aldus de Accountantskamer.
De door de openbaar accountant vermelde cijfers over 2011 en 2012 gingen ook uit van een situatie met doorbelasting naar vestigingen van de kosten van de administratie, terwijl in het jaar 2013 die doorbelasting niet meer zou plaatsvinden. Ook daarom zijn de bewoordingen “bij ongewijzigd beleid” volgens de Accountantskamer als misleidend aan te merken.
Volgens de Accountantskamer heeft de openbaar accountant in de toekomstige financiële prognose gedeeltelijk eenzijdige, voor de financieel directeur bij de Peugeotdealer welgevallige informatie, opgenomen, terwijl hij wist dat die verklaring zou worden gebruikt door het UWV bij de besluitvorming inzake een namens zijn cliënt ingediende ontslagaanvraag. Door gebruik te maken van de hiervoor genoemde misleidende bewoordingen heeft de openbaar accountant volgens de Accountantskamer essentiële informatie aan het UWV onthouden. De accountant in business is daarvoor medeverantwoordelijk. Zij heeft ter zitting ook verklaard dat zij contactpersoon voor het UWV was en dat zij alle in te dienen stukken van tevoren heeft ingezien.
Maatregel
De Accountantskamer acht beide betrokkenen verantwoordelijk voor het bij het UWV indienen van rapportages en andere informatie, waarvan de inhoud – in elk geval wat betreft de suggestie dat het beleid nog niet gewijzigd was – misleidend is. Dit kwalificeert volgens de Accountantskamer als een schending van het fundamentele beginsel ‘integriteit’ als bedoeld in artikel A-100.4 onder a. van de VGC, zodat de klacht in zoverre gegrond moet worden verklaard. De Accountantskamer legt beide accountants de maatregel van berisping op.
5/494 Wtra AK en 15/495 Wtra AK van 30 oktober 2015
Geef een reactie