Een AA is niet nagegaan welke omzet, in welk jaar geboekt had moeten worden bij een onderneming op het gebied van het organiseren en verkopen van cruise-reizen. Dit rekent de Accountantskamer de accountant zwaar aan.
Een AA heeft de jaarrekeningen 2012 en 2013 samengesteld van de twee vennootschappen. Bij deze betreffende onderneming krijgen klanten bij de boeking van een reis een factuur voor 100% van de reissom. Daarvan diende 35% te worden aanbetaald en vlak voor het daadwerkelijke vertrek diende de resterende 65% van de reissom te worden betaald. Bij het samenstellen van de jaarrekeningen 2012 en 2013 is de accountant volgens de vennoten van de verkeerde vooronderstellingen uitgegaan. Hij zou ten onrechte hebben gemeend dat er ten aanzien van één geboekte reis twee facturen werden verzonden. Hij is er tevens ten onrechte vanuit gegaan dat de – ten onrechte – als eerste aangeduide factuur 35% van de omzet betrof.
Volgens de accountant heeft hij op basis van de door de vennoten aangeleverde gegevens de jaarrekeningen 2012 en 2013 samengesteld. Hij vindt dat hij op het punt van de verantwoording van de omzet in beide jaren voldoende vragen heeft gesteld. Aan de hand van de verkregen antwoorden mocht hij uitgaan van de systematiek dat met betrekking tot een geboekte reis twee facturen werden verzonden, waarbij de eerste factuur 35% van de omzet betrof, aldus de AA. Hij zag dit bevestigd in de vooruitbetaling aan de leveranciers van 35% van de inkoop.
Gronden van de beslissing
Volgens de Accountantskamer moet voorop worden gesteld dat de opdracht aan de AA een samenstellingsopdracht was. Standaard 4410 van de Nadere voorschriften controle- en overige standaarden van toepassing was van toepassing. Paragraaf 11 van NV COS4410 luidde: “De accountant dient een globaal beeld te verkrijgen van de bedrijfsactiviteiten inclusief de inrichting van de administratie van de entiteit. Voorts dient hij bekend te zijn met de gebruikelijke grondslagen van waardering en resultaatbepaling van de bedrijfstak waarin de entiteit werkzaam is. Dit geldt evenzeer voor de opzet en inhoud van een financieel overzicht dat in de gegeven omstandigheden passend is.”.
De accountant werkte voor meerdere klanten in de reisbranche. Daarom moest hij volgens de Accountantskamer weten dat de (vooruit)betalingen op reeds geboekte reizen binnen de reisbranche een punt van aandacht zijn en dat het gebruikelijk is dat de omzet binnen de reisbranche eerst geboekt wordt in en toegerekend wordt aan het jaar dat de betreffende reis aanvangt. Door deze kennis had hij geen genoegen mogen en kunnen nemen met de door de vennoten overgelegde informatie en de door hen gegeven antwoorden op de door hem gestelde vragen op dit punt, aldus de rechter. Die uitkomsten waren immers zo tegengesteld aan wat gebruikelijk is in de praktijk dat het op de weg van de AA had gelegen om nadere vragen te stellen en/of nader onderzoek te doen.
Maatregel
Niet zozeer het onjuist interpreteren van de hoogte van de omzet (35% of 100%), maar het feit dat hij niet heeft nagegaan welke omzet, gelet op de aanvang van de daarbij horende, geboekte reis, in welk jaar geboekt had moeten worden, wordt de AA zwaar aangerekend door de Accountantskamer. De accountant heeft in strijd gehandeld met de fundamentele beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid en van professioneel gedrag gehandeld. De Accountantskamer legt hem een berisping op.
Geef een reactie