Het is vooral de MKB-accountant die moet verschijnen voor de Accountantskamer. Het toezicht op de OOB-kantoren en de niet-OOB-kantoren ligt hoofdzakelijk bij de AFM. En daar komen veel minder tuchtrechtzaken uit voort. Het MKB is de core business van de accountant en daarmee ook core business van de Accountantskamer. De MKB-accountant zou weleens baat kunnen hebben bij meer sturing en regels vanuit de NBA. Doel: ‘Eerlijke Producten’.
Welke eigenschappen moet een rechter van de Accountantskamer hebben?
‘Hij moet kunnen luisteren. Maar tegelijk ook relevante vragen kunnen stellen. Wanneer je een zaak in gaat, heb je allemaal een vooroordeel. Je hebt immers de processtukken vooraf gelezen. Nogal wat accountants beantwoorden in hun verweerschrift echter niet altijd de klacht grondig. Dan blijkt er op de zitting ineens veel meer informatie te zijn. Als rechter probeer je die van belang zijnde informatie boven tafel te krijgen. De accountantsleden doen dat vanuit de vaktechniek. Je moet nieuwsgierig zijn en vragen stellen en bereid zijn om in je vooroordeel een stapje terug te doen. Je moet ontvankelijk zijn voor hoor en wederhoor. Dat moet overigens een accountant ook zijn wanneer hij een rapport opstelt. Zeker als het over personen gaat.’
Geldt onafhankelijkheid voor iedereen in het accountantsberoep?
‘Een accountant moet afstand kunnen nemen en onafhankelijk zijn tegenover zijn cliënt. Dat geldt voor de controlepraktijk. Alle aandacht in het nieuws en van de beroepsorganisatie en de toezichthouder gaat daarnaar uit. Maar de meerderheid van de accountants doet geen controles. In het MKB geldt (dan) niet dat hij onafhankelijk moet zijn. Dat is er destijds in de opvolger van de GBRA/GBAA, de VGC/VGBA, uit gehaald. Je hoeft niet onafhankelijk te zijn, maar je moet wel objectief zijn. Dat staat wel in de regels. Wat is het verschil? Zolang het werk van de accountant niet in aanraking komt met derden, speelt dat verschil niet zo. Wanneer je werk als MKB-accountant mede van belang wordt voor anderen, dan komt de vraag naar de objectiviteit meer in het verlengde te liggen van de van een controlerend accountant geëiste onafhankelijkheid. Terwijl je als MKB-accountant feitelijk als partijaccountant optreedt, heb je toch nog de verantwoordelijkheid om te handelen in het algemeen belang. Daar heb je een eed over afgelegd, het staat in de VGBA bovenaan. Dat algemene belang speelt altijd mee. Je bent partijdig – je doet werk voor een klant – maar je moet toch in het algemeen belang een bepaalde (objectieve) afstand behouden.
Een rechter accountantslid van de Accountantskamer moet en onafhankelijk en onpartijdig en natuurlijk objectief zijn. De Accountantsleden bij de Accountantskamer kunnen dat goed. Ze overleggen voor en na de zitting over een zaak. In dat proces van ‘raadkameren’ komen de checks en balances – ook als je zelf toch nog met een vooroordeel zou zitten – wel naar boven. Dan zeggen anderen ‘nee, nee, ligt toch anders dan we dachten.’ Het voordeel van collegialiteit, waarbij accountants leden gewoon een volledige rol hebben. Een controlerend accountant heeft het wat dat betreft veel makkelijker dan de MKB-accountant. De controlerend accountant heeft een wettelijk voorschrift. Dikke verordeningen over onafhankelijkheid. Die zou tegen zijn cliënt moeten zeggen: ‘Nee. Ik ben onafhankelijk, ik luister naar je en ondersteun je waar ik je mag ondersteunen. Ik moet onafhankelijk kijken naar wat jij aan mij voortovert en daar moet ik in het maatschappelijk verkeer ook nog wat over zeggen.’
Wat vindt u de opmerkelijkste zaak van de afgelopen jaren?
‘Dit is precies een vraag die komt van een verslaggever, van de pers. Jullie maken een zaak wel of niet belangrijk in de publiciteit. En dan wordt het een belangrijke zaak. Voor een rechter zijn veel zaken interessant, of ze nu klein of groot zijn, of ze nu wel of niet publicitair gevoelig liggen. Wat mij in het MKB opvalt, is dat wij regelmatig juist die klachten rond partijdigheid krijgen wanneer je werk implicaties heeft voor derden. Voorbeelden. Je bent accountant van een tandarts, een kleine bv. Hij is gelukkig getrouwd geweest en jij en je vrouw kennen hem en zijn vrouw ook van de tennisbaan. Je hebt samen gegeten, de tandarts heeft misschien zelfs nog de rekening betaald. Mag allemaal, je hoeft niet onafhankelijk te zijn als MKB-accountant. Maar dan gaan de tandarts en zijn vrouw uit elkaar. In de echtscheidingsprocedure moet de waarde van de onderneming worden verdeeld, en er moet alimentatie worden betaald. Dat hangt allemaal af van die cijfers van de tandartspraktijk. Jou wordt gevraagd, of door de tandarts alleen, of door de beide echtelieden gezamenlijk: wil je ons helpen uit elkaar te gaan? Dat kan op verschillende manieren. Allemaal zijn die risicovol. We zeggen niet dat je dat niet mag doen. Dan moet je vanuit objectiviteit, ook vanuit integriteit, twee van de fundamentele beginselen handelen. Dan moet je wel de juiste keuzes maken over hoe je naar buiten treedt en wat je voor die mensen doet. Hoe breng je het naar de rechter, die mogelijkerwijs afgaat op jouw deskundigheid? Accountancy is een prachtig, maar ook ingewikkeld beroep. Wij snappen daar als gewone mensen en als gewone rechters helemaal niet veel van. Dat heb ik in de afgelopen 8 jaar wel geleerd. Ik ben ongeveer 30 jaar rechter. Ik heb veel in het familierecht en in het civiele recht en in de faillissementskamer te maken gehad met het werk van de accountant. Achteraf, als ik daarop terugkijk, denk ik: wat ben ik toch argeloos geweest. Wat ben ik toch vaak afgegaan op dat wat de accountant naar voren bracht. Ik had veel kritischer moeten zijn. Terug naar de tandarts. Wie blijft zijn cliënt? Dat is de tandarts en zijn onderneming, niet zijn ex-vrouw. De accountant moet in zo’n situatie zijn objectiviteit waarborgen. Hij moet eerlijke producten leveren. Producten waar een beslisser, in dit geval de rechter, daadwerkelijk op kan afgaan. Wanneer er bewust foute cijfers worden gepresenteerd, of bewust de winst uit de bv ineens heel erg omlaag gaat, dan snapt iedereen dat je niet objectief en ook niet integer bent. Maar het kan ook zijn dat je bij een waardering van een onderneming uitgaat van één bepaalde, voor de tandarts zeer gunstige waarderingsmethode. En dan zet je een rechter of zo’n echtgenote of een advocaat die niet beter weet (het accountantsvak is een moeilijk vak met veel tovertaal voor niet-accountants) op het verkeerde been. Terwijl er ook een meer objectieve handelwijze mogelijk is: je zegt dat er meerdere waarderingsmethoden zijn, je geeft kort de bandbreedte in uitkomst aan en je maakt dan een keuze voor een bepaalde methode en je legt die keuze uit. Er zijn zaken waarbij de accountant komt met een intrinsieke vermogenswaardering van € 70.000. Daarna komt de ex-echtgenote met een accountant die meer kijkt naar discounted cashflow, en die komt uit op € 400.000. Als jij met droge ogen een intrinsieke waarde van € 70.000 opgeeft, dan ben je eigenlijk bezig om, mede namens je cliënt-tandarts, te proberen de rechter, die een beslissing moet nemen, onvoldoende inzicht te geven. Is dat iets wat een accountant zou moeten/mogen doen? Je kunt zeggen: ja, waarom zou hij niet partijdig mogen zijn? Waarom zou hij zijn cliënt niet mogen ‘ondersteunen’? Je kunt ook zeggen: een accountant is – noblesse oblige – iemand die zich altijd moet realiseren dat hij ook in het maatschappelijk, algemeen belang een taak heeft. Hij gaat om met iets dat moeilijk is, hij bezigt zijn tovertaal. Taal die andere mensen, zelfs goed opgeleide mensen, niet zo maar kunnen vatten. Hij moet daarom in het algemeen belang de rechter goed en evenwichtig voorlichten. Dat is het standpunt van de tuchtrechter.
Een andere, regelmatig in het MKB voorkomende situatie die voor de accountant een duidelijk spanningsveld oplevert: je bent de accountant van een bv met twee of drie aandeelhouders. Eén ervan neemt afscheid. Dat moet goed worden geregeld. De accountant blijft de accountant van de twee overblijvers en hun onderneming. Daarvoor heeft de beroepsgroep geen duidelijke regels. Advocaten hebben die regels wel. Een advocaat mag in principe geen van beide partijen bijstaan wanneer hij van beide partijen de vertrouwenspersoon is geweest. Nu is een advocaat de vertrouwenspersoon die door dik en dun achter zijn cliënt hoort te blijven staan. Als een advocaat komt met ‘dat bedrijf is zoveel waard,’ dan weet je al: hij is partijdig.
Wanneer je voorheen ook de accountant was van die afscheidnemende aandeelhouder, dan zit daar een spanningsveld. Daar is geen klip-en-klaar antwoord op. De NBA heeft daarin geen keuze gegeven voor de MKB-accountant. Hij moet dat zelf afwegen. Dan komt het erop aan je bewust te zijn van je fundamentele beginselen. En dan moet je zelf bepalen wat daaruit voortvloeit. De NBA heeft er met de VGBA voor gekozen om de regelgeving veel korter te maken. Daardoor zijn er nog minder richtlijnen en komt het nog meer op de accountant zelf aan om af te wegen: wat doe je? Men was erg enthousiast over het verkleinen van de VGBA. Het eerste wat ik toen dacht was: nog minder houvast voor de MKB-accountant.’
Er zouden meer regels moeten komen?
‘Iedereen roept van niet. En veel van die regels zijn wollig. De regels geven regelmatig veel ruimte in duiding. Ik heb het gevoel dat er voor de MKB-accountant soms best wel regels bij zouden mogen komen. Bijvoorbeeld over: hoe zou je nu moeten omgaan met je objectiviteit en met de belangen van derden? Hoe ga je om met een rapport waarvan je weet dat het bij een rechter komt en waar anderen mede een beslissing op zouden moeten nemen? Je moet objectief zijn. Maar leg maar eens aan je cliënt uit: nee, we gaan dat niet verhullend opschrijven. Dan zou het fi jn zijn, dat hij kan wijzen op een duidelijke regels.’
Hoe ziet u de rol van de accountant bij fraude?
‘Wij hebben vorig jaar een vrij principiële uitspraak gedaan. MKB-accountants hebben niet alleen regels bij het samenstellen. NVCOS 4410 schrijft voor dat als je als accountant vragen hebt over of iets wel of niet klopt, dat je dan moet doorvragen bij je cliënt. De cliënt is verantwoordelijk voor het aanleveren van cijfers. Zijn de antwoorden niet voldoende, dan ga je verder doorvragen. Als vervolgens die antwoorden nog steeds niet voldoende zijn, moet je zelfs controlemaatregelen nemen. Datzelfde hebben we overgezet naar de hulp die je doet bij de belastingaangifte van je cliënt. Daar zijn geen specifi eke regels voor vanuit het accountantsberoep, geen COS. Vaak gaat het over zaken rond de omzetbelasting die je had moeten opmerken. Daar moet je naar vragen en als je cliënt niet naar tevredenheid antwoordt, moet je verder vragen en desnoods moet je gaan onderzoeken. Dan moet je afstand nemen van je cliënt, je broodheer, waarmee je tennist en een dinertje hebt, die je declaratie betaalt. Rond fraude van je cliënten, ook al vanuit Wwft, moet je meer doen dan je denkt. Het valt op dat de Belastingdienst en het Bureau Financieel Toezicht steeds meer onderzoek doen of accountants zich wel op dit punt aan de regels houden. Dat is lastig voor een accountant die de belangen van zijn cliënt wil behartigen, maar ook voor een stukje een soort politiefunctie heeft. Als je dat niet wilt, moet je geen accountant zijn maar een administratiekantoor. Dan zit je misschien nog steeds met de Wwft, maar niet meer met de tuchtregels.’
Is tuchtrecht altijd de oplossing?
‘Het is helaas denk ik niet te voorkomen. Maar ik kijk weleens met belangstelling naar hoe het luchtvaartverkeer op dit punt is geregeld, waar de Onderzoeksraad voor de Veiligheid onderzoek doet rond fouten in de luchtvaart zonder het opleggen van tuchtrechtelijke maatregelen. Hoe krijg je de waarheid boven tafel en kunnen we in het belang van een veilige luchtvaart ongelukken in de toekomst voorkomen? Daar kan een piloot dus spreken, zonder dat hij hoeft te vrezen voor een tuchtrechtelijke maatregel. Daar voert leren van fouten de boventoon en pas als de piloot de grens van het strafrecht heeft overtreden, moet hij vrezen voor een strafrechtelijke sanctie. Kan dat ook voor accountants? Dan zou je als beroepsgroep kunnen leren van elkaars fouten en liggen wellicht ook de grenzen qua sancties bij het strafrecht. De civiele aansprakelijkheid blijft echter een belangrijke barrière. Gedupeerden moeten schade kunnen verhalen. Nu schrijven de polisvoorwaarden van de verplichte beroepsaansprakelijkheidsverzekering vaak voor dat een accountant een fout niet mag toegeven. Verbied als wetgever zo’n polisvoorwaarde. De verzekering wordt dan misschien iets duurder, maar het is wel een stap in de goede richting en de accountant kan zonder vrees voor verlies van de verzekeringsdekking meewerken aan waarheidsvinding en dat doet dan de vraag rijzen of tuchtrechtelijke sanctionering nog nodig is. Ik denk echter dat accountantsbrokkenpiloten wel uit het register geschrapt moeten kunnen worden; dus helemaal zijn we er niet met het kijken naar het voorbeeld van de luchtvaart.’
Dit interview is eerder verschenen in het decembernummer van het kwartaalblad Accountancy Vanmorgen. Voor een abonnement: klik hier
Het is vreemd dat accountants welke werken bij kantoren welke onder toezicht van de AFM vallen nauwelijks voor de tuchtrechter verschijnen. Is hier sprake van Klassejustitie ??
Michiel Werkhoven, ik wil graag met je in contact komen. Ik ben de dochter van p.a.s. van der putten