De accountant die vorig jaar door de Accountantskamer werd berispt vanwege het opstellen van een ondeugdelijk onderzoeksrapport in de zaak rond het failliete drinkwaterbedrijf AquaServa, heeft zonder succes beroep aangetekend bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb).
Een RA van Mazars is in september berispt door de Accountantskamer omdat hij te veel zijn oren had laten hangen naar de belangen van zijn opdrachtgever Nationale-Nederlanden (NN), dat hem inschakelde als deskundige bij de zaak rondom drinkwaterinstallatiebedrijf AquaServa. Dat werd in 2010 overgenomen, naar later bleek op basis van onjuiste cijfers. AquaServa ging failliet en de eigenaar daagde daarop (onder anderen) de controlerend accountant.
Beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar NN wilde geen uitkering doen en de RA werd vanwege ondeugdelijke arbeid door het CBb voor 18 maanden in het register doorgehaald. De rechter veroordeelde hem tot een schadevergoeding aan eigenaar en curatoren.
Berisping
De schadevergoeding, moest in een schadestaatprocedure worden vastgesteld. NN schakelde de Mazars-accountant in om te beoordelen of de gevorderde miljoenen aan schadevergoeding terecht waren en verband hielden met de ondeugdelijke arbeid. Het oordeel: er is geen schade geleden.
De Accountantskamer vindt echter dat het rapport een deugdelijke onderbouwing mist en legt de accountant in september vorig jaar een berisping op. Andere overwegingen daarvoor waren dat hij zich had laten leiden door financiële belangen en aan “doelredeneringen en slaafse nabootsing” had gedaan. Onafhankelijkheid en objectiviteit waren ver te zoeken, aldus de tuchtrechter.
Conclusies zonder grondslag
Beide partijen nemen daar geen genoegen mee en stappen naar het CBb. Maar dat ziet geen reden om de uitspraak van de Accountantskamer te veranderen: “Naar het oordeel van het College heeft [de accountant] omtrent de handelwijze en beweegredenen van de bij de transactie betrokken partijen vergaande conclusies getrokken, die geen grondslag hebben in de door hem in het rapport genoemde bronnen. Deze overwegingen en conclusies had hij niet, of in ieder geval niet op deze manier, in het rapport mogen opnemen. Het College is met de Accountantskamer van oordeel dat de conclusie van [de accountant], dat er geen causaal verband bestaat tussen de beoordelingsverklaringen en de gestelde schade, een deugdelijke grondslag ontbeert.”
Curatoren en eigenaar van AquaServa, dat inmiddels een doorstart heeft gemaakt, vinden onder meer dat het CBb moet oordelen dat de accountant in zijn rapport eenvoudig had kunnen vaststellen dat de waarde van AquaServa veel lager was dan voor de overname vastgesteld. Maar dat doet het college niet: integraal en volledig onderzoek van het bestreden rapport gaat het beoordelingskader te buiten. Het CBb verklaart beide beroepen ongegrond en bevestigt de uitspraak van de Accountantskamer.
Lees hier de uitspraak ECLI:NL:CBB:2018:241
Geef een reactie