De Europese Raad heeft politieke overeenstemming bereikt over een tijdelijke invoering van een algemene verleggingsregeling voor binnenlandse leveringen van goederen en diensten, meldt PwC. Met de acceptatie van het voorstel kunnen de lidstaten waar de btw-fraude bovengemiddeld hoog is ten opzichte van de totale btw-opbrengst, een extra instrument krijgen om btw-carrouselfraude beter te bestrijden. Deze lidstaten mogen, onder strikte voorwaarden, een algemene verleggingsregeling (GRCM: generalised reverse charge mechanism) invoeren voor binnenlandse goederen- en dienstentransacties die een bepaalde drempel per transactie te boven gaan. De maatregel mag worden toegepast tot 30 juni 2022.
De algemene verleggingsregeling kan alleen worden gebruikt voor binnenlandse leveringen van goederen en diensten die de drempel van 17.500 EUR per transactie overschrijden. Introductie van GRCM staat alleen open voor lidstaten die voldoen aan bepaalde vereisten, onder meer dat de ‘eigen’ btw-kloof (VAT-gap) meer dan 5% boven de mediaan van de Europese btw-kloof uitkomt en het totaal van die ‘eigen’ btw-kloof voor meer dan 25% bestaat uit carrouselfraude. Invoering kan alleen na verzoek aan en goedkeuring door de Europese Commissie onder strikte voorwaarden.
De lidstaat die GRCM toepast moet een passende en effectieve elektronische rapportage procedure hebben om nieuwe vormen van btw-fraude zoals kunstmatige opsplitsing van transacties te voorkomen. Een lidstaat zal bijvoorbeeld ook namen van personen en bestuurders van rechtspersonen door moeten geven wanneer een lokale btw-registratie na introductie van GRCM is beëindigd en ook wanneer een lokale btw-aangifte twee achtereenvolgende periodes niet is ingediend. Belastingplichtigen die als afnemer de verlegging toepassen zullen worden geconfronteerd met verzwaring van de administratieve lasten (ondere andere rapportage).
Na uitwerking van alle taalversies zal het voorstel naar verwachting zonder verdere bespreking door de Europese Raad worden aangenomen.
Bron: PwC
Gert Timmerman zegt
De toepassing van het “verleggen” is in principe een ondergraving van het uitgangspunt van de hele OB wetgeving. En daarom eigenlijk onbegrijpelijk. Of er moet een gehele verlegging gaan komen waardoor alleen de laatste schakel (detail-eindgebruiker)
in de heffing betrokken gaat worden. Overigens: de nu slechts incidentele en partiële verlegging pakt de oorzaak van het probleem niet aan. Die oorzaak is ten diepste de denkfout die als uitgangspunt geldt in de uitvoering: ga uit van de veronderstelling dat “de mens goed is”. Dat het tegendeel continue blijkt is kennelijk geen reden om de wetgeving aan te passen.