Een timmerman heeft bij het gerechtshof in Den Haag zonder succes geprobeerd alsnog in aanmerking te komen voor starters- en zelfstandigenaftrek. Die was door de Belastingdienst afgewezen omdat de urenregistratie verre van duidelijk was.
De man is civiel technisch toezichthouder buitendienst en werkt in fulltime in loondienst, vanaf 1 mei 2013 nog voor 8 uur per week. Dat jaar bedraagt zijn brutoloon € 50.141. Vanaf 2011 werkt hij op opdrachtbasis voor zichzelf; hij doet timmer- en onderhoudswerkzaamheden voor particulieren, tegen een vooraf afgesproken prijs. In 2013 levert dat hem een omzet van € 11.088 op. In het eerste kwartaal van 2014 moet hij wegens hartproblemen stoppen met de werkzaamheden. Hij doet belastingaangifte en brengt onder meer zelfstandigenaftrek, startersaftrek en een MKB-vrijstelling in aftrek. De Belastingdienst komt echter op een veel hoger inkomen uit en schaart de inkomsten onder ‘inkomsten uit overige werkzaamheden’.
Ondernemer of niet?
De man stapt naar de rechter: hij heeft winst uit onderneming genoten, betoogt hij. De fiscus vindt dat de man een beperkt aantal opdrachtgevers heeft, onder wie familieleden. Hij werkt bovendien voor een ongebruikelijk laag uurtarief, dat maximaal € 15,44 bedraagt. Hij werkt alleen met offertes en niet met eindfacturen, investeert minimaal. Bovendien voldoet de man niet aan het urencriterium, omdat zijn urenoverzicht te globaal is. De reisuren zijn geschat en afgerond en in de agenda wordt telkens slechts het totaal aantal uren genoemd, wat niet is te verifiëren aan de hand van nacalculatie of eindfacturen. Er wordt daarnaast gewerkt op dagen waarop dat niet aannemelijk is, vindt de fiscus, die daarom de zelfstandigen- en startersaftrek afwijst.
Aantal uren niet aannemelijk
De rechtbank oordeelt wel dat de man als ondernemer is aan te merken, maar vindt het niet aannemelijk dat hij voldoet aan het urencriterium van ten minste 1.225 uren. De rechter is het met de Belastingdienst eens dat het in de agenda opgenomen aantal uren te globaal van aard is en niet verifieerbaar. Daarbovenop is een groot aantal uren met betrekking tot de boekhouding en de post geadministreerd, terwijl de man enkel offertes uitbracht, en is een groot aantal uren overleg met opdrachtgevers geboekt zonder nadere onderbouwing daarvan.
Bij lange na geen bewijs
Het hof komt tot dezelfde conclusie. ‘Opmerking verdient dat de diverse […] stukken, die overigens ook al in eerste aanleg tot de gedingstukken behoren, bij lange na niet, de afweging door de rechtbank volgend, het bewijs kunnen leveren dat aan het in geding zijnde urencriterium is voldaan, al was het maar omdat, ook in het licht van de door de Inspecteur (terecht) gemaakte op- en aanmerkingen in het verweerschrift in hoger beroep, enige toelichting van betekenis ontbreekt.’ Het gerechtshof wijst de eis af.
Uitspraak: ECLI:NL:GHDHA:2019:990
Geef een reactie