Bijna-RA Inge Gerrits begon haar carrière bij PwC toen de Monitoring Commissie Accountancy (MCA) het eerste voortgangsrapport presenteerde. Ze vindt dat het tijd wordt dat de accountancybranche weer op basis van de eigen intrinsieke motivatie gaat handelen. ‘Wij moeten voorkomen dat we acteren op verwachtingen van commissies en toezichthouders, want dan verlies je je gezonde verstand.’
Gerrits (27) is lid van het jongerenbestuur van de accountancypraktijk van PwC en verstuurde een dag na de publicatie van het MCA-rapport haar inschrijvingsformulier voor het accountantsregister. ‘Tien jaar geleden begon ik met studeren. En terwijl kritische commissies, rapporten en mediaberichten verschenen over mijn vak, begon ik mijn werkzame leven bij PwC. Dat was in 2015, een paar maanden na het eerste MCA-rapport dat de voortgang toetste van de 53 maatregelen die de accountancysector zelf had opgesteld om het vertrouwen in de sector te herstellen. Ik zat in mijn eerste baan, dus veel vergelijkingsmateriaal had ik niet. Maar wat indertijd wel opviel, was dat we het controleproces niet altijd goed in de greep hadden en te vaak achter de feiten aan liepen. Er was weinig tijd voor reflectie, kritische vragen en discussies. Daarmee wil ik overigens niets afdoen aan de inzet van al mijn collega’s.’
Meer ruimte voor discussie
Ze ziet veel verandering in de auditteams waar ze nu onderdeel van is. ‘Kwaliteit staat echt op een. Soms komen we daardoor voor uitdagende keuzes te staan, zoals het verschuiven van deadlines bij onverwachte omstandigheden. De externe druk van aandeelhouders kan dan hoog zijn. Door hierover met elkaar te praten, kunnen we goed met deze situaties omgaan. Dat wij tegenwoordig veel eerder met onze controle beginnen geeft meer ruimte voor open discussies, tegenspraak en reflectie. Dat maakt de accountantscontrole niet alleen beter, het maakt het werk ook nog leuker.’
Prikkels remmen motivatie
Gerrits vindt dat prikkels van buitenaf nodig waren om de beroepsgroep in beweging te krijgen. ‘Was dat leuk? Nee, zeker niet de toon waarop. Was het nodig? Ja. Maar we laten nu zien dat wij de discipline hebben om verder te verbeteren. Ik merk daarbij dat die prikkels van buitenaf – de rapporten, commissies en opiniemakers – onze intrinsieke motivatie juist remmen. Wij moeten voorkomen dat we acteren op verwachtingen van commissies en toezichthouders, want dan verlies je je gezonde verstand. Ondanks alles wat er over ons geschreven wordt, ben ik er trots op dat ik mezelf binnenkort registeraccountant mag noemen.’
Bron: PwC
Geef een reactie