Een verzoek van een werkgever om ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een werknemer haar NS Business Card voor privédoeleinden gebruikte is afgewezen door de kantonrechter.
Wat zegt de werkgever?
De werkgever verzocht de arbeidsovereenkomst met de werkneemster primair te ontbinden vanwege ernstig verwijtbaar handelen (e-grond). Subsidiair werd ontbinding verzocht vanwege een verstoorde arbeidsverhouding (g-grond). Voor de werkgever staat vast dat de werkneemster, gezien de duur, frequentie en omvang van de kosten, wist wat zij deed toen zij gebruik maakte van de aan de NS Business Card verbonden Greenwheels-faciliteit.
Misbruik van dienstmiddelen
De werkneemster heeft zich meerdere malen schuldig gemaakt aan misbruik van dienstmiddelen (de NS Business Card en waarschijnlijk ook de mobiele telefoon) voor privédoeleinden. De werkneemster heeft geprobeerd op kosten van de werkgever gebruik te maken van de Greenwheels-diensten en zij heeft de met Greenwheels gemaakte reizen actief als ‘zakelijk’ gelabeld.
Niet integer, dus ernstig verwijtbaar
De werkneemster heeft ook haar familie laten profiteren van NS Business Card en Greenwheels-diensten. Daar komt bij dat de werkneemster het feitenonderzoek heeft proberen te frustreren door de mobiele telefoon te wissen en terug te zetten naar fabrieksinstellingen. Bovendien is met de werkneemster in het kader van de haar door de werkgever verstrekte lening en ondersteuning de afspraak gemaakt dat zij geen nieuwe schulden zou aangaan en dat zij, mocht dat fout gaan, dat meteen zou aankaarten. Ook dat heeft de werkneemster niet gedaan. Deze gedragingen raken aan de integriteit van de werkneemster en dat levert in de visie van de werkgever ernstig verwijtbaar handelen of nalaten op.
Wat zegt de werkneemster?
De werkneemster verweert zich tegen het verzoek van de werkgever en stelt dat de verzochte ontbinding moet worden afgewezen. Zij verzoekt de kantonrechter om in de beschikking te bepalen dat de werkgever haar dient toe te laten tot de werkplek om de overeengekomen werkzaamheden te hervatten binnen een week na deze beschikking, op straffe van een dwangsom. Verder verzoekt zij de werkgever te veroordelen in de kosten van deze procedure waaronder een bedrag van € 20.000 voor salaris gemachtigde.
Veronderstelling: als privépersoon aangevraagd
Volgens de werkneemster is van ernstig verwijtbaar gedrag (e-grond) geen sprake. Zij stelt dat de werkgever haar ten onrechte een bepaalde wetenschap toedicht. De werkneemster verkeerde in de veronderstelling dat zij Greenwheels als privépersoon heeft aangevraagd en heeft laten operationaliseren. Dat dit voor haar (maar in eerste instantie voor de werkgever) een kostbare aangelegenheid is geworden, betreurt zij zeer.
Niet stiekem willen huren op naam werkgever
De werkneemster heeft de auto opgehaald met de NS Business Card en zij was er niet van op de hoogte dat dat gekoppeld was aan het rekeningnummer van de gemeente. Het was niet haar doel om stiekem een auto te huren op naam van de gemeente. De werkneemster weet dat de werkgever heel makkelijk de kan achterhalen en herleiden wie kosten heeft gemaakt met de business-card.
Zakelijk labelen andere reden
Ook het verwijt voor wat betreft het foutief labelen van de reizen treft geen doel. De werkneemster merkt op dat dat geen verplichting is. Zij ging ervan uit dat het een privéfaciliteit betrof en zakelijk labelen heeft daardoor een andere reden/betekenis dan de werkgever suggereert.
Geen verstoorde arbeidsrelatie
Er is ook geen sprake van een duurzaam en ernstig verstoorde arbeidsrelatie (g-grond). De werkneemster stelt dat wat er op 6 september 2021 is voorgevallen niet aan haar leidinggevende ligt, maar aan de onplezierige en dominerende wijze waarop de arbeidsjurist het gesprek voerde en invulde. Als er al wrijving aanwezig is, kan dat volgens de werkneemster in een goed gesprek of met behulp van een mediator die gevoeligheid worden weggenomen.
Ontbinding op de cumulatie is evenmin aan de orde omdat de e- en de g-grond geen begin van een houdbare onderbouwing hebben bereikt.
Verzoek werkneemster bij ontbinding
Voor het geval de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, verzoekt de werkneemster om rekening te houden met de opzegtermijn en om toekenning van een transitievergoeding van € 17.406,22. Ook verzoekt de werkneemster om een verklaring van recht dat aan het ontslag is verbonden dat de werkneemster aanspraak krijgt op een WW-uitkering, een reparatie WW, een bovenwettelijke aanvullende uitkering alsmede op de na-wettelijke uitkering op grond van hoofdstuk 10 van de CAO en een billijke vergoeding van € 67.222,74 bruto, althans een bedrag dat de kantonrechter in goede justitie redelijk acht.
Oordeel kantonrechter
Het gaat in deze zaak om de vraag of de arbeidsovereenkomst tussen partijen moet worden ontbonden.
De kantonrechter overweegt dat op 1 januari 2020 de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) in werking is getreden op grond waarvan de werkneemster van rechtswege een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht heeft met de de werkgever.
Goed werknemer
Wat er van de werkneemster als werknemer en ambtenaar mag worden verwacht, moet in dit geval worden beoordeeld aan de hand van artikel 7:611 BW waarin is bepaald dat een werknemer zich jegens zijn werkgever als goed werknemer moet gedragen, en het bepaalde in artikel 6 AW, inhoudende dat iedere ambtenaar gehouden is de bij of krachtens de wet op hem rustende en uit zijn functie voortvloeiende verplichtingen te vervullen en zich ook overigens dient te gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt.
Gedragscode en gedragsregels
In de Gedragscode van de werkgever staat beschreven wat van de werknemer wordt verwacht als het gaat om integer gedrag. Zo wordt ten aanzien van de binnen de werkgever geldende vier kernwaarden (open, wendbaar, scherp en betrouwbaar) uitgelegd wat die kernwaarden betekenen voor integer handelen. Ook worden er gedragsregels uitgewerkt. Deze gedragsregels omschrijven wat men wel of niet mag doen. Het overtreden van die gedragsregels wordt beschouwd als plichtsverzuim, waarvoor de ambtenaar bestraft kan worden.
Niet in overeenstemming met gebruikersovereenkomst
De werkneemster betwist niet dat zij de NS Business Card heeft gebruikt voor de koppeling aan haar Greenwheels-account, waarmee aanzienlijke reiskosten zijn gemaakt. Ook staat niet ter discussie dat de werkneemster gebruik heeft gemaakt van een OV-fiets, dat de NS Business Card is gebruikt voor privéreizen en dat de werkneemster de kaart heeft uitgeleend aan derden. Dit alles is niet in overeenstemming met de bepalingen in de door de werkneemster op 1 februari 2016 ondertekende gebruikersovereenkomst met betrekking tot de NS Business Card. Dit kan de werkneemster worden aangerekend en de werkgever mag daar terecht kritisch over zijn.
Integriteit werkneemster niet in geding
De kantonrechter overweegt dat de in de gedragscode genoemde gedragsregels en de daarbij gegeven voorbeelden, waarvan overtreding als plichtsverzuim moet worden aangemerkt, niet de de werkneemster verweten gedragingen omvatten. Los daarvan is de kantonrechter van oordeel dat de gedragingen van de werkneemster niet kwalificeren als een situatie waarin de integriteit van de werkneemster in het geding was, zodanig dat de arbeidsovereenkomst moet eindigen.
Niet voor eigen gewin
Dat laatste zou wel het geval kunnen zijn als de door de werkgever veronderstelde opzet van de werkneemster bij het gebruik van de NS Business Card, in die zin dat zij louter voor eigen gewin en ten koste van de werkgever gebruik heeft gemaakt van de kaart en de daarbij behorende faciliteiten. De werkneemster zou dan gebruik en misbruik van haar positie als werknemer hebben gemaakt.
De werkneemster heeft echter van meet af aan met klem betwist dat zij handelde met de intentie om voor eigen gewin de werkgever te benadelen.
Privéreizen verrekend met salaris
De werkneemster ging er vanuit dat zij de kosten draagt van privéreizen die gemaakt worden in verband met de NS Business Card en dat deze kosten worden verrekend met haar salaris. Niet in geschil is dat binnen de werkgever elke maand een controle plaatsvindt van de facturen van NS, en dat op die manier eventuele privéreizen worden verrekend met het salaris.
Via werkgever aangevraagd
In de zomer van 2020 heeft de werkneemster bij het serviceplein van de werkgever de faciliteit OV-fiets aangevraagd. Op 16 juni 2021 heeft zij via het serviceplein verzocht om de faciliteit Greenwheels aan te zetten in verband met de koppeling van de NS Business Card aan haar account bij Greenwheels. Beide keren heeft de werkneemster de gevraagde faciliteit op eerste verzoek (probleemloos) van de servicepleinmedewerker gekregen. De kosten voor de OV-fiets zijn verrekend met het salaris van de werkneemster.
NS Business Card gekoppeld: zakelijk account
Over Greenwheels heeft de werkneemster onweersproken naar voren gebracht dat zij zich met eigen naam, (e-mail)adres en bankrekeningnummer heeft ingeschreven. Bij het aanmaken van het account wordt de optie gegeven om een OV-kaart aan het account te koppelen.
De werkneemster heeft de NS Business Card – die de werkneemster aanmerkt als een persoonlijke OV-kaart, die zij van de NS heeft gekregen via de werkgever – gekoppeld waardoor er een zakelijk account ontstond. De Greenwheels-kosten werden vervolgens in rekening gebracht bij de werkgever.
Koppeling met bankrekening werkgever niet bekend
De werkneemster dacht dat de OV-kaart alleen nodig was om toegang te krijgen tot de auto. Zij wist niet er een koppeling plaatsvond met de bankrekening van de werkgever. Dat de werkneemster op deze manier het Greenwheels-account heeft aangemaakt roept weliswaar vragen op, maar is niet onvoorstelbaar. Het doet in ieder geval niet af aan de veronderstelling van de werkneemster dat de kosten van de Greenwheels-reizen voor haar eigen rekening komen, al dan niet door middel van een verrekening met haar salaris.
Gelabeld als ‘woon-werk’ of ‘zakelijk’
Indien juist is dat de werkneemster de Greenwheels-reizen en de privéreizen met de trein aanvankelijk heeft gelabeld als ‘woon-werk’ of ‘zakelijk’ kan dat ten opzichte van de werkgever als zeer onachtzaam en onzorgvuldig worden aangemerkt. Een aantal van die reizen vond immers plaats op een zaterdag, zondag of anderszins buiten de normale werktijden zodat die reizen zonder meer aangemerkt moet worden als privéreizen en dus onterecht als ‘woon-werk’ of ‘zakelijk’ zijn aangevinkt. Dit argument is volgens de kantonrechter echter onvoldoende overtuigend om opzet van de werkneemster aan te nemen.
Als ‘privé’ gelabeld, verrekend met salaris
Als de werkneemster wordt gevolgd in haar redenering dat haar Greenwheels-account persoonlijk was en gekoppeld was aan haar eigen bankrekening, dat haar partner de auto voor zijn werk gebruikte, dat die ritten als zakelijk zijn aangemerkt om in de onderneming van haar partner te worden gedeclareerd, dan staat het zakelijk labelen van die reizen in een ander daglicht. Wat daar ook van zij, vaststaat dat de meeste reisbewegingen op peildatum 24 september 2021 als ‘privé’ zijn gelabeld en dus, conform de verwachting van de werkneemster, automatisch zullen worden verrekend met haar salaris.
Zakelijke telefoon niet bovenmatig privé gebruikt
De overige verwijten – het gebruiken van de telefoon voor privédoeleinden en het aangaan van nieuwe schulden – zijn volgens de kantonrechter voldoende weerlegd door de werkneemster. Niet in geschil is dat beperkt privégebruik van de voor zakelijke doeleinden beschikbaar gestelde telefoon is toegestaan. Niet is gebleken dat de werkneemster de zakelijke telefoon bovenmatig privé heeft gebruikt.
Geen nieuwe schulden
De werkneemster heeft verder naar aanleiding van het vermeende nieuwe loonbeslag gesteld dat dat het inmiddels afbetaalde beslag van het CAK betrof. Op haar salaris vinden nu nog inhoudingen plaats in het kader van de lening van het Personeelsfonds en een regeling met het CJIB, waarvan betaling op verzoek van de werkneemster via haar salaris loopt. De werkgever heeft dit niet weersproken zodat de kantonrechter hiervan uitgaat. Het verwijt dat de werkneemster nieuwe schulden heeft laten ontstaan treft dus geen doel.
Niet in strijd met gedragscode gehandeld
De kantonrechter wil aannemen dat de werkgever na de ontdekking van de door de werkneemster gemaakte hoge reiskosten in verband met de NS Business Card erg geschrokken is. De werkgever heeft de werkneemster terecht om opheldering gevraagd.
Op grond van de verklaringen van de werkneemster in onderlinge samenhang bezien met de gegevens uit het feitenonderzoek is naar het oordeel van de kantonrechter echter onvoldoende gebleken dat de werkneemster van haar werknemerschap gebruik of misbruik gemaakt. Daarom moet worden geoordeeld dat de werkneemster niet heeft gehandeld in strijd met de gedragscode.
Handelen in strijd met gebruikersovereenkomst niet ernstig verwijtbaar
Het handelen in strijd met de gebruikersovereenkomst van de NS Business Card kwalificeert naar het oordeel van de kantonrechter niet als zodanig verwijtbaar handelen dat een ontbinding van de overeenkomst gerechtvaardigd is. Voor het oordeel dat daadwerkelijk sprake is geweest van verwijtbaar handelen ligt de lat hoog.
Werkgever had eerst waarschuwing moeten geven
De kantonrechter overweegt dat de werkgever in de gegeven omstandigheden de werkneemster eerst een waarschuwing had moeten geven. Temeer nu de werkneemster, gezien het verleden met schulden waarvoor de werkgever haar een lening heeft verstrekt, kwetsbaar is.
Daarnaast lijkt de werkneemster oprecht niet te weten of te onderkennen wat de (on)mogelijkheden zijn van de haar ter beschikking gestelde NS Business Card met bijbehorende faciliteiten. Dat de werkneemster zonder de – kennelijk – vereiste toestemming van haar leidinggevende gebruik heeft kunnen maken van de diverse faciliteiten, heeft niet bijgedragen aan haar kennis op dit gebied.
Geen ernstig en duurzaam en verstoorde arbeidsverhouding
De kantonrechter stelt voorop dat de werkgever die verzoekt om ontbinding op de g-grond moet aantonen dat de arbeidsverhouding ernstig én duurzaam is verstoord en niet meer te herstellen is. Daarbij geldt dat de werkgever zich ook daadwerkelijk moet hebben ingespannen om de arbeidsverhouding te verbeteren. Volgens de kantonrechter is onvoldoende gebleken dat sprake is van een zodanig ernstig en duurzaam verstoorde verhouding dat daarin een redelijke grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst is gelegen. Hierbij wordt opgemerkt dat een goed gesprek de lucht tussen partijen moet kunnen klaren
Op het gedrag van de werkneemster valt zeker wat aan te merken, maar dat gedrag is niet voldoende om te komen tot ontbinding wegens wanprestatie.
Verzoek tot ontbinding afgewezen
Uit het voorgaande volgt dat de kantonrechter het verzoek van de werkgever om de arbeidsovereenkomst te ontbinden, afwijst.
Het verzoek van de werkgever om de werkneemster te veroordelen tot betaling van de onderzoekskosten van € 15.937,50 exclusief btw wijst de kantonrechter af omdat daar in redelijkheid geen grond voor bestaat. Het verzoek van de werkgever om de arbeidsovereenkomst met de werkneemster te ontbinden wordt immers afgewezen.
De kantonrechter wijst het verzoek om de werkneemster te veroordelen tot betaling van de kosten voor het gebruik van de NS Business Card die bij de werkgever in rekening zijn gebracht ad € 6.620,60 inclusief BTW, wel toe. De werkneemster heeft meerdere malen aangegeven dat zij de kosten die ten onrechte bij de werkgever in rekening zijn gebracht, wil terugbetalen. Niet is gebleken dat de werkneemster hier een begin mee heeft gemaakt.
De verzochte wettelijke rente over dit bedrag wordt toegewezen.
Beslissing
De kantonrechter:
- wijst het verzoek om ontbinding van de arbeidsovereenkomst af;
- bepaalt dat de werkgever de werkneemster binnen zeven dagen na betekening van deze beschikking dient toe te laten tot de werkplek om de overeengekomen werkzaamheden te hervatten, op straffe van een dwangsom van € 100 per dag dat de werkgever in gebreke blijft, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van € 10.000,00;
- veroordeelt de werkneemster tot betaling van een bedrag van € 6.620,60 inclusief btw ter zake de geleden schade als gevolg van het privégebruik van de NS Business Card, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de datum van betekening van deze beschikking tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt de de werkgever in de proceskosten aan de zijde van de werkneemster , tot deze beschikking begroot op € 996.
Uitspraak Rechtbank Midden-Nederland, 11 maart 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:1123
Geef een reactie