Het Brabantse accountantskantoor MOS krijgt alsnog facturen vergoed voor fiscale diensten die het aan klanten van een administratiekantoor leverde, heeft de kantonrechter bepaald. Dat de betrokken fiscalist eerst als zelfstandige werkte en later pas bij MOS in dienst kwam, maakt niet dat er geen overeenkomst van opdracht tussen beide bedrijven is.
Administratiekantoor AAMB besteedt specialistische werkzaamheden zoals accountancy en fiscaal advies uit aan anderen. Zo wordt sinds begin 2016 samengewerkt met een zelfstandig fiscalist. Heeft een klant een vraag die AAMB niet kan beantwoorden, dan wordt hij ingeschakeld. Aan de klant geeft hij een kostenopgave en de facturering aan de klant verloopt via AAMB. Halverwege 2016 is de fiscalist in dienst getreden bij MOS; de samenwerking verandert niet, zij het dat de facturen voor de werkzaamheden voortaan door MOS aan AAMB worden gestuurd, die vervolgens de kosten bij de klant berekent.
Hogere tarieven
Maar er ontstaat na verloop van tijd discussie: de fiscalist heeft zijn tarieven opgeschroefd en daar zijn AAMB en klanten niet blij mee. AAMB vindt ook dat het onvoldoende op de hoogte is gehouden van de voortgang van werkzaamheden, waardoor onvoldoende zicht is op de juistheid van de toegezonden facturen. Het voorstel van het administratiekantoor is dat MOS voortaan rechtstreeks de kosten aan de klant in rekening brengt. Dat ziet MOS echter niet zitten. De samenwerking blijft nadien dezelfde, maar het accountantskantoor krijgt de gefactureerde kosten niet meer betaald en stapt naar de rechter. Er is immers een overeenkomst van opdracht. AAMB stelt echter alleen als service de facturering aan de klant verzorgd te hebben.
Opdrachtnemerschap ging over
De kantonrechter oordeelt dat de samenwerking tussen AAMB en de fiscalist als zelfstandige kwalificeert als een opdrachtrelatie. ‘Dat [de fiscalist] deze opdrachten vervolgens zelfstandig uitvoerde, past binnen het karakter van een opdrachtrelatie. Door deze wijze van samenwerking voort te zetten nadat [de fiscalist] bij MOS in dienst was getreden, is tussen AAMB en MOS een opdrachtrelatie tot stand gekomen, waarbij MOS als opdrachtnemer geldt.’
Dat AAMB alleen een tussenschakel was voor de facturering, zoals het administratiekantoor betoogt, sluit niet aan op de samenwerking zoals die in de praktijk plaatsvond, aldus de rechter. Kortom: de facturen van MOS à in totaal een kleine € 17.000 moeten worden betaald. Overigens kan MOS geen aanspraak maken op vergoeding van 1% rente, zoals op de facturen staat. ‘Een factuur is een eenzijdig en achteraf opgemaakt stuk, zodat niet enkel op basis daarvan kan worden vastgesteld dat partijen het op de factuur vermelde rentepercentage zijn overeengekomen.’ Wel krijgt MOS de wettelijke handelsrente toegewezen.
Geef een reactie