Het juridische gevecht dat al enige tijd gaande is tussen een voormalige equity partner en Deloitte zette zich afgelopen vrijdag voort bij de Accountantskamer. De tuchtrechter was er bijna de hele dag druk mee, want ’s ochtends werden twee (voormalige) bestuursleden ter verantwoording geroepen, omdat ze niets gedaan zouden hebben met meldingen van misstanden. ’s middags lag er een tuchtklacht voor tegen een forensisch partner, die volgens zijn voormalige collega met de financiële administratie heeft gerommeld. Daardoor zouden zowel hijzelf als Rabobank financieel zijn benadeeld. De Deloitte-accountants ontkenden bij monde van hun advocaat Jan Garvelink dat er sprake is van een doofpot, zoals de voormalig partner stelt.
door Misha Hofland
Meldingen misstanden
Bij Deloitte werd door de equity partner sinds 2015 intern en bij de AFM verschillende keren melding gemaakt van integriteitsschendingen door het accountantskantoor ten opzichte van een OOB-klant. Tot nu toe was alleen bekend dat het om een grote bank ging, maar afgelopen vrijdag werd uit het betoog van de verdediging duidelijk dat het Rabobank betreft. Deloitte zou zich bij een audit van rentederivatendossiers op een oneigenlijke manier buitensporig hebben verrijkt. Ook werd gemeld dat de partner Forensic & Dispute Services de financiële administratie van Deloitte had gemanipuleerd, waardoor de collega-partner met een onterechte verliesboeking van ruim € 80.000,- kreeg te maken en Rabobank werd benadeeld.
Rechtszaken
Het geschil leidde uiteindelijk tot de beëindiging van de aansluitingsovereenkomst met de accountant en sindsdien voert de laatste verschillende rechtszaken tegen Deloitte. Volgens de voormalige equity partner zijn de meldingen namelijk nooit goed onderzocht en is er sprake van een doofpotaffaire. Daarbij is ook de rol van advocatenkantoor Van Doorne omstreden, meldde Accountancy Vanmorgen onlangs. Deloitte zelf brengt daar tegenin dat de beëindiging van de overeenkomst het gevolg is van een arbeidsgeschil. De equity partner zou pas zijn gaan klagen nadat hem een andere functie werd voorgesteld, als onderdeel van een herschikking van het partnerbestand bij Deloitte. Zelf stelt de accountant juist dat het precies andersom is: de poging tot demotie was het gevolg van zijn meldingen en kritische houding.
Misstanden
Bij de Accountantskamer lichtte de voormalige equity partner vrijdag toe dat de eerste door hem gemelde misstand bestond uit ‘het bewust afwijken van een binnen Deloitte ontwikkelde standaard adviesaanpak op het gebied van compliance met klantintegriteitsregelgeving’. Vervolgens zou de forensisch accountant de financiële administratie hebben gemanipuleerd en daarmee de equity partner en Rabobank hebben benadeeld. Een tweede melding van een misstand ging over het doorbreken van regels voor het voorkomen van belangenverstrengeling. Twee adviespartners zouden een registeraccountant en diens auditwerkzaamheden voor de bank hebben gebruikt om hoge winstmarges te realiseren, terwijl Deloitte op dat moment vanuit een praktische monopoliepositie het werk mocht offreren.
De (voormalige) bestuurders bij Deloitte ondernamen daarop geen actie terwijl ze daar als accountant en bestuurder wel toe verplicht waren, stelde de voormalige equity partner vrijdag. “Ze verzuimden bewust iets met de meldingen te doen.” Een uiteindelijk in opdracht van de RvC uitgevoerd onderzoek door een onderzoekscommissie onder leiding van een advocaat van Van Doorne werd door de accountant een niet-onafhankelijk ‘doofpotonderzoek’ genoemd. Zo kreeg hij naar eigen zeggen geen inzage in bronnen en geïnterviewden, werd de wederhoor sterk beperkt en ontving hij nooit het eindrapport. Bovendien werkte de forensische partner waar een deel van de melding over ging op dat moment samen met Van Doorne aan een onderzoek naar fraude bij Pels Rijcken. Zelf weigerde hij daarom ook mee te werken. De klachten van de accountant werden op basis van het rapport ongegrond verklaard. “Maar de uitkomst van het onderzoek stond al vast. Het rapport is ook nooit verschenen en ligt ergens in een kluis bij Van Doorne. Waarom wordt het niet gedeeld? Het is een doofpot die bewust is opgetuigd.”
‘Meldingen wel degelijk onderzocht’
Volgens advocaat Garvelink en de twee (voormalige) CQO’s zijn de meldingen van de equity partner echter wel degelijk onderzocht, maar waren deze zo vaag dat ze niet goed wisten wat er onderzocht moest worden. Garvelink: “Het is heel netjes van mijn client geweest dat dit wel is onderzocht, maar inmiddels is duidelijk geworden dat er nooit iets is geweest. Er blijkt helemaal geen substantie te zijn, geen concrete feiten. We zitten al drie jaar in de suggestiesfeer. Er is wel een storm, maar slechts een heel klein glaasje water.” Een melding in 2016 bij de toenmalige CQO had die bestuurder zelfs helemaal niet als klacht opgevat, vertelde hij vrijdag bij de Accountantskamer. “Het gesprek ging over zijn beloning. Ik was me er niet van bewust dat hij een klacht had ingediend.” Nog altijd zou niet duidelijk zijn waarop de klachten nu precies betrekking hebben. Garvelink: “Het is een patroon dat meneer steeds klaagt, maar vervolgens niet meewerkt aan het onderzoek naar die klachten.” Dat de equity partner voorafgaand aan zijn demotie geen misstanden zou hebben gemeld, “daar zakt mijn broek van af”, reageerde hij bij de Accountantskamer. Bovendien wees hij er op dat hij geen vertrouwen had in de opzet van het onderzoek en daarom niet meewerkte.
Ook met betrekking tot de vermeende manipulatie van de financiële administratie ontkent de aangeklaagde forensisch partner elke beschuldiging. Rabobank zou ontevreden zijn geweest over de uitvoering van het klantintegriteitsproject door Deloitte en daarom waren er door het accountantskantoor uren afgeboekt bij het project van de equity partner. Volgens die laatste werd dat door de bij het bankproject ingevlogen forensisch partner gedaan, die daarmee op een niet toegestane wijze zelf ruimte creëerde om meer aan de klant te factureren. Daardoor werd de bank benadeeld en liep de equity partner naar eigen zeggen 70 winstpunten mis, wat in enkele jaren opliep tot een persoonlijk verlies van 350.000 euro. “Die manipulatie bestaat alleen in het hoofd van meneer en nergens anders”, herhaalde Garvelink vrijdag enkele malen. “Ik moet me verweren tegen uiterst onprettige aanvallen op mijn integriteit”, zei de Deloitte-partner daarover zelf. “Ik heb nooit met uren of facturen gerommeld, dat druist volledig in tegen alles waar ik voor sta.”
De Accountantskamer hoopt binnen twaalf weken uitspraak te doen in beide tuchtzaken.
Ben Duinkerken zegt
Als ze Jan Garvelink inzetten weet je dat er stront aan de knikker zit.
Jan de Vries zegt
Voornamelijk als je daar zit om geen inhoudelijk verweer te voeren! De stelling dat de advocaat van Deloitte op ‘sabbatical’ was, waardoor de gedeelde feiten nooit bij ze zouden zijn aangekomen. Dat het een grote groep zuid advocaten bereikt zegt genoeg.. lachertje! Novum!