![](https://www.accountancyvanmorgen.nl/wp-content/uploads/sites/2/2024/01/grant-thornton-shutterstock_1958538796-390x225.jpg)
De civiele zaak tussen Zondag Bouwgroep en Middengebied Geldermalsen wordt behandeld bij de rechtbank Gelderland. In een tussenvonnis overwoog de rechtbank op 14 februari 2024 dat het er in de zaak op aankomt dat partijen met elkaar afrekenen over de zelfstandige projecten Emmalaan / Steenvliet / Middengebied en Hof van Gelre / Rabobank en dat de rechtbank behoefte heeft aan voorlichting door een deskundige om te kunnen vaststellen hoe groot de winstdelen zijn waarop Zondag Bouwgroep recht heeft.
Wenselijkheid deskundige
Beide partijen mochten zich daarna uitlaten over de wenselijkheid van een deskundigenbericht. Ook daarover bestaat onenigheid, want wat Zondag Bouwgroep betreft is het zeer wenselijk dat de rechtbank een deskundige benoemt, wat Middengebied Geldermalsen betreft juist niet. Die laatste projectontwikkelaar wijst er op dat in het kader van de bemiddeling de projectadministratie reeds is onderzocht en beoordeeld, namelijk door twee heren die werkzaam zijn bij Bond administratie en advies te Volendam. Een van de twee heeft na een gedegen onderzoek van de omvangrijke projectadministratie een eindrapportage uitgebracht op 1 juli 2016, voert de projectontwikkelaar aan. Volgens Middengebied Geldermalsen dient van deze eindrapportage te worden uitgegaan. Een nieuw onderzoek is erg belastend voor Middengebied Geldermalsen omdat de projectadministratie omvangrijk is en haar projectteam uit slechts twee personen bestaat, luidt de argumentatie.
Oordeel over aanstelling deskundige
De rechtbank overweegt hierover als volgt: “Volgens Middengebied Geldermalsen zijn er in het ene project 166 vrijstaande en half vrijstaande woningen en appartementen ontwikkeld en in het andere 45 appartementen, steeds over periodes van een aantal jaren. De financiële administraties van deze projecten zijn daarom omvangrijk. Ook de opbrengsten van deze projecten zijn substantieel. Nu partijen over de financiële afwikkeling van deze projecten geen duidelijke afspraken hebben gemaakt en het niet de taak (noch de expertise) van de rechtbank is om, gegeven haar oordelen over geschillen tussen partijen, zelf vast te stellen hoe groot de winstdelen zijn waarop partijen in deze projecten recht hebben, is het onvermijdelijk dat de rechtbank een deskundige benoemt om haar daarover voor te lichten. Evenzeer is onvermijdelijk dat deze deskundige een onderzoek zal verrichten dat tijd en geld zal kosten en wel in verhouding tot de grootte van de projecten en de complexiteit van de geschillen. De rechtbank ziet hierin geen grond om ervan af te zien een deskundige te benoemen.”
Dat een van de heren van het Volendamse administratiekantoor reeds heeft gerapporteerd in het kader van de bemiddeling, is voor de rechtbank evenmin een reden om van de benoeming van een deskundige af te zien. “Het onderzoek en de rapportages van [naam 1] bieden immers onvoldoende basis om vast te stellen hoe groot de winstdelen zijn waarop Zondag Bouwgroep recht heeft, reeds omdat [naam 1] geen rekening heeft kunnen houden met de oordelen in het tussenvonnis, dat van latere datum is. Het is verder aan het inzicht van de te benoemen deskundige om al dan niet gebruik te maken van het onderzoek en de rapportages van [naam 1] en zo nodig een eigen oordeel te vormen over de bruikbaarheid daarvan voor het beantwoorden van de te stellen vragen.”
Grant Thornton
De rechtbank besluit daarna dat het een accountant zal benoemen die in staat is om inzicht te krijgen in de financiële administratie van omvangrijke bouwprojecten. Daartoe wordt de heer A.C. Oskam benaderd, als forensisch accountant werkzaam bij Grant Thornton Forensic & Investigation Services B.V. te Rotterdam. Oskam verklaart desgevraagd dat hij bereid en in staat is om op te treden als deskundige en dat hij vrij staat tegenover partijen en hun advocaten. Daarbij verzoekt hij de rechtbank om door hem bijgevoegde algemene voorwaarden aan partijen voor te leggen en hen te verzoeken aan de rechtbank te bevestigen dat zij instemmen met de aansprakelijkheidsbeperking die in die algemene voorwaarden is vervat.
Aansprakelijkheidsbeperking GT redelijk
Maar daarna ontstaat discussie tussen Oskam, Zondag Bouwgroep en Middengebied Geldermalsen over de aanvaardbaarheid van de algemene van Grant Thornton, specifiek de daarin opgenomen aansprakelijkheidsbeperking.
De rechtbank overweegt hierover het volgende. “De heer Oskam wenst niet te worden aangesproken voor schade die mocht ontstaan doordat een van beide partijen bescheiden niet tijdig aanlevert. De bepaling die daarover is opgenomen in de algemene voorwaarden van Grant Thornton (de onderneming waarvoor hij werkt), is gebruikelijk in de branche. Middengebied Geldermalsen betwist dat ook niet. De vrees van Middengebied Geldermalsen dat de heer Oskam als deskundige in de loop van het onderzoek aan Middengebied Geldermalsen onredelijk korte termijnen (of ‘ultimata’) zal stellen voor het aanleveren van bescheiden, is ongegrond. In het algemeen is er geen reden om aan te nemen dat een accountant die als onafhankelijke deskundige in opdracht van de rechtbank een onderzoek uitvoert daarbij belang zal hebben of dat zonder belang zal doen. In het bijzonder is er geen reden om aan te nemen dat de heer Oskam het zal doen. Hij heeft immers termijnen die hij in de loop van de discussie over zijn aansprakelijkheidsbeperking in september 2024 aan partijen heeft gesteld, mild gehanteerd, terwijl hij zelf was gebonden aan een termijn die de rechtbank aan hem had gesteld (namelijk een maand na het verzoek van de rechtbank van 4 september 2024). Daar komt bij dat het onderzoek door de deskundige is ingebed in de onderhavige gerechtelijke procedure, met alle waarborgen van dien. De vrees van Middengebied Geldermalsen geeft daarom naar het oordeel van de rechtbank geen redelijke grond om de bepaling in het eerste lid van art. 11 van de algemene voorwaarden in de oorspronkelijke formulering niet te aanvaarden. Als Middengebied Geldermalsen overigens geen vertrouwen heeft in de heer Oskam als deskundige, is dat ook geen geldige reden om dit aspect van de algemene voorwaarden niet te accepteren.”
De voorwaarden van Grant Thornton zijn dus niet “De rechtbank is aldus van oordeel dat het redelijk en dus aanvaardbaar is dat de heer Oskam niet wenst te worden aangesproken voor schade die mocht ontstaan doordat een van beide partijen bescheiden niet tijdig aanlevert en dat hij dus alleen een benoeming als deskundige wenst te aanvaarden als partijen toezeggen hem daarvoor niet te zullen aanspreken.”
Negatieve gevolgen niet instemmen
Als Middengebied Geldermalsen niet instemt met de aansprakelijkheidsbeperking van Grant Thornton zal dat uiteindelijk dan ook negatief uitpakken voor de Gelderse projectontwikkelaar, voorspelt de rechtbank: “Middengebied Geldermalsen handelt in strijd met haar verplichting om mee te werken aan het deskundigenonderzoek als zij dat niet wil toezeggen door in te stemmen met het eerste lid van art. 11 van de algemene voorwaarden van Grant Thornton inclusief de zinsnede ‘of doordat deze niet tijdig zijn aangeleverd’. Als Middengebied Geldermalsen blijft weigeren in te stemmen met de algemene voorwaarden zoals door de heer Oskam opnieuw geformuleerd, zal de rechtbank daaraan de gevolgen verbinden die zij geraden acht (art. 198 lid 3 Rv). Dat houdt in dat de rechtbank in dat geval de geschilpunten waarover zij niet kan oordelen zonder voorlichting door een deskundige, zal beslechten in het nadeel van Middengebied Geldermalsen.”
Geef een reactie