In juli 2014 verscheen de nota ‘Vakbekwaamheid verzekerd. Ontwerp voor een nieuw opleidingsmodel voor accountants.’ Zoals voor goede nota’s bijna altijd geldt, kwam deze nota laat, misschien zelfs te laat. Het is immers een nota die in de toekomst de problemen van het verleden wil oplossen. Problemen die al jaren spelen en steeds sterker aan de oppervlakte zijn komen te liggen. Een nota ook die zal leiden tot een fundamenteel nieuwe structuur in niet alleen de accountantsopleidingen maar ook, en daar begint het denken over een opleiding immers, in het beroep.
Het probleem ontstond in 1993, het jaar waarin de AA de certificerende bevoegdheid verwierf. Op zich hoeft die bevoegdheid het probleem niet te zijn. Een AA zou immers prima een functie als controlerend accountant kunnen uitoefenen. Veel RA’s dachten (en denken) daar anders over. En er ontstond in 1993 enige beroering, bijvoorbeeld onder studenten die na een hbo-accountancy naar de universiteit gingen om de RA titel te behalen, en vervolgens zagen dat hun collega-studenten die voor de AA-titel waren gegaan, de certificerende bevoegdheid bijna in de schoot geworden kregen. Nivra en NOvAA zetten in op een fusie, wat in 1998 tot opstand leidde toen een kleine meerderheid van de RA’s de fusieplannen afwees. Oproering en opstand leidden echter historische gezien niet tot een verandering. Veranderingen komen, vanuit economisch-historisch perspectief, met name door evolutie of revolutie tot stand. En na 1998 ging ieder zijn eigen weg, leefden RA en AA in betrekkelijke vrede naast elkaar en deed elk waar hij goed in was. Maar de veenbrand bleef woeden. De voormalige examenbureaus RA en AA hielden de brand echter onder controle door de examenprogramma’s toe te spitsen op datgene wat paste bij het werkgebied van de RA respectievelijk AA.
Meer AA- dan RA-eindtermen
De Wta stelde de examenbureaus, die pasten op de examenwinkel van de eigen beroepsgroep, in 2006 buiten werking en gaf de Commissie Eindtermen Accountantsopleiding (CEA) de wettelijke taak om, onder meer, de eindtermen voor de accountantsopleiding vast te stellen. Op de website van de CEA kunnen we lezen: ‘ CEA heeft 20 november 2007 één set eindtermen voor de theoretische opleiding tot AA en RA vastgesteld, die voldoen aan de Europese richtlijn 2006/43/EG. In Nederland zijn beide soorten accountants bevoegd de wettelijke controle uit te voeren. CEA koos ervoor de gemeenschappelijkheid in de opleidingen tot wettelijk controleur te accentueren en heeft één set eindtermen vastgesteld.’
Overigens klopt dit niet helemaal. De CEA-eindtermen kennen een hoofdstuk 4, ‘ MKB-component in de AA-opleiding’ eindtermen die alleen voor de AA gelden en niet voor de RA. Feitelijk werd, op eindtermniveau, de AA-opleiding daarmee zwaarder dan de RA-opleiding. Daar staat tegenover dat voor de RA een master of science-eis geldt, wat zwaarder is dan de eis voor de AA-opleiding. Die ene set eindtermen veranderden de opleidingen op zowel hbo- als universitair niveau. Sommige universitaire opleidingen moesten, om te voldoen aan de CEA-eisen meer aandacht gaan besteden aan vakgebieden als bijvoorbeeld boekhouden of belastingrecht. De hbo-opleidingen, die een gemeenschappelijk bachelorprogramma kenden met een landelijk overallexamen een een gezamenlijke postbachelor, moesten met name het aandeel van de kernvakken Externe Verslaggeving en Bestuurlijke Informatievoorziening in hun opleiding verzwaren (dat gold overigens niet voor het vakgebied Audit & Assurance). Er ontstond een nieuwe post-hbo voor de AA-opleiding, waarbij de vakken Belastingrecht en Strategisch Management MKB (die indaalden de bachelor) werden vervangen door verdiepende vakken voor de vakgebieden Externe Verslaggeving (IFRS) en Bestuurlijke informatievoorziening.
Leren wat je niet wil doen
De bachelor accountancy is in het hbo is nog steeds de belangrijkste opleidingsbasis voor accountants in Nederland. Het overgrote deel van de AA’s en een substantiëel deel van de RA’s in wording begint hier hun accountantsopleiding. Maar als studenten na de hbo-bachelor de keuze maken om ‘ MKB-accountant’ te worden, mogen ze nog een programma volgen dat voor een belangrijk deel bestaat uit kennis en vaardigheden waarmee ze in hun beroepspraktijk nooit iets zullen doen. Althans, ik moet de eerste MKB-accountant die volgens full- IFRS een jaarrekening samenstelt, nog tegenkomen.
Niet alleen de theorie-opleiding werd voor de AA meer gericht op de controle van de jaarrekening. Ook in de praktijkopleiding kreeg de controle-component een steeds belangrijker accent. Trainees in de praktijkopleiding AA, niet alleen van kleinere maar ook van grote accountantskantoren, kiezen in toenemende mate dan ook voor deelname aan AA-simulatie, waarbij ze als in een soort vluchtsimulator de controle op eindverantwoordelijkheidsniveau uitvoeren, om aan de controleverplichting te voldoen. Het simpelweg met een vennoot doornemen van een dossier volstaat niet meer.
Als de AA de ‘ huisarts van het MKB’ is, dan is het wel een huisarts met een merkwaardig opleidingsprofiel. Want naast huisarts moet de AA ook neuroloog (of vul een willekeurig ander medisch specialisme in als metafoor voor de wettelijk auditor) worden. Dat geldt niet alleen voor de AA. Ook de accountant in business moet neuroloog worden, en dat is nu net het enige specialisme dat onder die beroepsgroep niet voorkomt.
De praktijk heeft het door
De instroom in de post-hbo-opleiding AA is de afgelopen jaren dramatisch gedaald. Daarvoor zijn diverse oorzaken. Kantoren hebben weinig behoefte aan tekenbevoegde AA’s die toch niet tekenen. Kantoren en studenten zien geen meerwaarde in het leren controleren wat ze toch niet gaan doen. Fiscale opleidingen bieden voor de MKB-adviseur meer toegevoegde waarde dan IFRS. Ruim 20 jaar na dato, is de bereidheid om de ‘ prijs van 1993’ te betalen, tot een dieptepunt gedaald. Vanuit een toegevoegde waarde-model geredeneerd, heeft de post-hbo-AA-opleiding weinig toegevoegde waarde.
In 2000 schreef ik het boek ‘ Aan de slag met competenties’ . Ik definiëerde hierin het begrip ‘ beroepsproduct’ dat tegenwoordig een centraal begrip in het onderwijs is. Beroepsproducten definiëerde ik als ‘ goederen of diensten die een beroepsbeoefenaar levert aan een interne of externe afnemen, die voldoen aan vooraf vastgestelde kwaliteitseisen (specificaties) met betrekking tot het product en/of het proces, en die direct of indirect toegevoegde waarde creëren.
Bekeken vanuit het beroepsperspectief van al die accounts die geen jaarrekeningcontrole doen, is de jaarrekeningcontrole geen beroepsproduct, omdat het aan het eerste deel van de definitie niet voldoet.
En de andere problemen
Dat de opleiding tot AA voor een deel weinig meer te maken had met de werkzaamheden van de AA, was maar één probleem in de opleidingen. De Commissie Dassen onder meer constateerde al dat er meer ontbrak in de opleiding. Aandacht voor de menselijke kant bijvoorbeeld, zowel vanuit de optiek van de controlerend accountant als van de accountant-adviseur, is zwaar onderbelicht. Ook ICT is nog steeds een stiefkindje, of, zoals een accountant me ooit toevertrouwde: ‘ Als je wil weten wat een accountant van ICT moet weten, dat moet je dat niet aan een accountant vragen. Die weet het zelf namelijk niet.’ Communicatieve vaardigheden zijn nog minder dan bijzaak in de meeste opleidingen. Bovendien wordt er, als er verkeerde dingen in het beroep geconstateerd worden, altijd met een oog naar het onderwijs van de nieuwe beroepsbeoefenaren gekeken. En dus moeten de aankomend accountants nieuwe en andere dingen leren, als schaamlap voor de fouten die collega’s in het verleden hebben gemaakt. Kortom, reden genoeg om op een nieuwe manier na te denken over de accountansopleiding.
Revolutie
Oproer en opstand bloeden dood. Het kan leiden tot niets, of het kan gevolgd worden door evolutie of revolutie. In dat historisch perspectief kan de nota ‘ Vakbekwaamheid verzekerd’ als een revolutie gezien worden. Daar waar de Adviescommissie Herziening Eintermen en de Commissie Onderwijsfusie uitgingen van het behoud van de certificerende bevoegdheid van de AA, namen de opstellers van ‘ Vakbekwaamheid Verzekerd’ veel meer de beginnershouding aan, de houding die Einstein uiteindelijk in staat stelde om, door te stellen, ‘ stel er is geen ether’ , zijn relativiteitstheorie op te stellen. ‘ Stel een accountant is niet certificerendbevoegd’ , is immers de geest in deze nota die vervolgens een antwoord geeft op de vraag hoe de wereld er dan uit zou zien. En de nota beschrijft een wereld met een controlerend accountant, een accountant-MKB-adviseur en een accountant-financial-professional in de grotere organisaties. De beginnershouding stelde de opstellers in staat om de wereld te beschrijven zoals hij daadwerkelijk is, zoals Einstein, door er van uit te gaan dat er geen Ether is, in staat was om de wetten van tijd en ruimte daadwerkelijk te beschrijven. En in dat opzicht is de nota een revolutie. Een noodzakelijk revolutie.
De toekomst
De komende maanden zullen NBA en CEA verder invulling moeten geven aan de nota. De NBA zal een beroepsprofiel moeten opstellen voor ‘ de’ accountant die meer smaken kent dan de wettelijk controleur. CEA zal de eindtermen moeten opstellen, die richtinggevend zullen zijn voor de nieuwe accountantsopleidingen: de oriëntatie Assurance (gericht op de controle, zowel in hbo als wo) en de oriëntatie Accountancy (gericht op de MKB-adviseur in het hbo en de accountant in business in het wo). Opleidingen zullen zich moeten inrichten op deze nieuwe structuur en onderwijs moet gaan bieden dat passend is bij het profiel waarvoor ze opleiden. Kantoren zullen zich moeten oriënteren op de samenstelling van het toekomstige personeelsbestand en de gevolgen die dat heeft voor medewerkers die worden aangenomen en de scholing van medewerkers.
drs. Jurroen Cluitmans
Jurroen Cluitmans is coördinator post-hbo AA-opleidingen aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, secretaris van het AC-scholenoverleg en directeur van #TeachMeSo.
Hij was als lid van de Adviescommissie Eindtermen betrokken bij het opstellen van de CEA-eindtermen in 2007.
Geef een reactie