Accountants kunnen bij het weergeven van de bevindingen van fraudeonderzoek maar beter helder zijn over de doelstellingen van hun onderzoek en de context waarin hun rapportage gebruikt mag worden. Anders kunnen ze tussen twee vuren komen te zitten, zelfs als ze zich houden aan de geldende gedragsregels.
Die les valt te trekken uit een recent gepubliceerd vonnis van de Accountantskamer over klachten tegen een accountant die onderzoek deed naar het financieel handelen van een branchevereniging. De accountant informeerde zowel zijn opdrachtgever als diens tegenpartij over zijn bevindingen. Die werden later in de media door de opdrachtgever onterecht naar buiten gebracht als fraude en verduistering.
Schadeherstellers
De zaak draait om een branchevereniging van autoschadeherstellers met een garantiefonds. Het fonds vermoedt dat er iets mis is met sommige betalingen aan de vereniging en schakelt een forensisch accountant in. De opdracht is dat deze onderzoek uitvoert naar het financieel handelen van de vereniging en haar bestuurders en verzoekt de accountant alle betalingen in kaart te brengen die het fonds van 1 januari 2015 tot en 30 juni 2015 heeft gedaan en wil dat hij nagaat of die betalingen aan de vereniging voldoen aan de begrotings-, bestedings- en verantwoordingsnormen.
Intern gebruik
In februari 2016 brengt de accountant zijn bevindingen over de rechtmatigheid van verrichte betalingen uit. Hij vermeldt erbij dat het om de rechtmatigheid volgens bovengenoemde interne normen gaat en niet om rechtmatigheid volgens het Burgerlijk Wetboek. Ook onderstreept hij dat het onderzoeksrapport uitsluitend bestemd is voor het fondsbestuur. Dat bestuur heeft het aan de stok met de vereniging. Het conflict is ontaard in gerechtelijke procedures. Het fondsbestuur brengt op basis van de bevindingen een persbericht naar buiten met de strekking dat er voor 535.000 euro is gefraudeerd door ongeautoriseerde betalingen en zegt erbij dat dit aan het licht kwam na forensisch accountantsonderzoek. Het fonds hecht er naar eigen zeggen waarde aan zelf melding te maken van het fraudeonderzoek, zodat het publiek is ingelicht en er geen schadelijke geruchten ontstaan over de toekomst van het fonds. De accountant stuurt daarop een mail naar beide partijen, om aan te geven dat de inhoud van het rapport geen aanleiding geeft tot deze beschuldigingen en dat het uitsluitend bestemd was voor intern gebruik. De advocaat van de vereniging ontvangt een kopie van de mail en verspreidt de inhoud van deze mail aan de media. Zowel de vereniging als het fonds dienen een klacht tegen de accountant in bij de Accountantskamer.
Distantiëren
Het fonds klaagt erover dat de accountant een disproportionele maatregel heeft getroffen door een kopie van zijn vertrouwelijke e-mail aan het fonds te sturen naar de advocaat van de vereniging en dat de accountant in die e-mail onjuiste informatie heeft verstrekt over afspraken die zijn gemaakt over het gebruik van het rapport. Daar kan de Accountantskamer zich niet in vinden. Omdat het onderzoek ook de rechtspositie van de vereniging kon raken heeft betrokkene toepassing gegeven aan het beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid en het conceptrapport terecht voor een wederhoor reactie naar de vereniging gestuurd. Het verwijt van het fonds is verder dat de accountant zich op onjuiste gronden heeft gedistantieerd van de handelwijze van het fonds en het fonds daarmee ten onrechte bij de vereniging en derden in diskrediet heeft gebracht. De Accountantskamer is later van oordeel dat het gebruik van het woord ‘distantiëren’ gezien de verstrekkende suggestie in het persbericht over het rapport, legitiem is. Verder staat in de klacht dat de accountant niets heeft ondernomen toen de vereniging de mail openbaar maakte. De tuchtrechter is van mening dat de accountant de advocaat van de vereniging meteen heeft laten weten dat deze een inbreuk had gemaakt op de vertrouwelijkheid van de correspondentie en voor verdere verspreiding daarvan geen toestemming van betrokkene had gekregen. Daarmee had de accountant correct en volgens de geldende beroepsregels gehandeld.
Standaard
De branchevereniging beklaagt zich dat de accountant niet goed naar voren heeft gebracht volgens welke standaard hij zijn werkzaamheden heeft verricht, niet heeft vermeld wat de inhoud van de opdracht was een heeft nagelaten te zeggen dat het geen assurance-rapport was. De vereniging is verder van mening dat de accountant een rapport heeft uitgebracht dat op belangrijke onderdelen (doelomschrijving, toedracht, normenkader, feitelijkheden) onbegrijpelijk, tegenstrijdig, subjectief en/of onjuist is en zijn bevindingen en oordelen niet voldoende heeft onderbouwd. ‘Betrokkene heeft in het rapport niet toegelicht op grondslag van welke beroeps- of overige wettelijke voorschriften hij zijn werkzaamheden zou uitvoeren en met inachtneming van welke bepalingen hij daarover heeft gerapporteerd’, aldus de Accountantskamer. De klacht is volgens de tuchtrechter gegrond wat betreft de verwerking door betrokkene van de reacties van de vereniging op het conceptrapport in het rapport. De maatregel van waarschuwing wordt opgelegd. In het forensisch rapport staan geen stellige onjuistheden en de geconstateerde tekortkomingen hebben voor niemand grote nadelige gevolgen had. Het vonnis luidt dat de klacht als geheel ongegrond is.
Geef een antwoord