Het gaat om veel geld. € 25 miljoen is een juridische procedure waard. Het meningsverschil met de accountant ontstaat na de bedrijfsverkoop van een Kaashandel aan een Zuivelgigant en een earn out regeling gebaseerd op achteraf gecontroleerde jaarrekeningen. Wanneer een accountant dan een grove fout maakt en dat leidt tot een maatregel tegen de betrokken accountant, helpt dat misschien wel in het dispuut met de schuldenaar.
Dat is kort door de bocht een samenvatting van de behandeling van tuchtrechtzaken 18/904 en 18/418 Wtra afgelopen vrijdag 17 mei in Zwolle.
Earn out regeling
Het gaat om een groot geld. Klager treed op namens de verkoper van een van de grootste kaasgroothandels van Nederland aan een van onze grote zuivelgiganten. Bij de verkoop in 2013 was een miljoenenbedrag bedongen. Een bedrag dat niet in één keer uitbetaald zou worden. Het bedrag was gebonden aan een earn out regeling, gebaseerd op behaalde resultaten en vervolgens goedgekeurde jaarrekeningen. Het gaat om groot geld en ook om een groot accountantskantoor. En in 2016 ontstaat hierover een meningsverschil tussen koper en verkoper waarna een arbitrageprocedure wordt ingezet.
Rol accountant
Dispuut gaat over de vraag of de controlerend accountant van de koper ook de jaarrekeningen van de overgenomen partij mag controleren. Immers de belangen van beide partijen, van koper en verkoper lopen niet bepaald synchroon. Verkoper heeft belang bij een zo hoog mogelijke waarde en resultaat, koper houdt misschien liever de hand op de knip.
Het geschil speelt over de jaren 2013, 2014 en 2015. Met ingang van het boekjaar 2016 verruilde de Zuivelgigant van accountant. Het ene Big Four kantoor werd ingeruild voor het andere. De betrokken accountant was toen nog geen partij in het meningsverschil tussen Zuivelgigant en Kaashandel over de earn out regeling. Dat werd de accountant wel toen hem gevraagd werd achteraf de jaarrekeningen van het verkochte bedrijf (de Kaashandel) over 2013, 2014 en 2015 te controleren. De resultaten van die controle zouden dan bepalend zijn voor de hoogte van earn out regeling. Het leek alsof klager hiermee in eerste instantie akkoord ging.
Ineens een tuchtrechtklacht
Voorjaar 2018 zouden die controles worden uitgevoerd. De accountant kreeg de opdracht van de Zuivelgigant en verkopende Kaashandelaren zouden hiermee akkoord moeten gaan. Immers wanneer ergens een dispuut over is ontstaan is het wel essentieel dat accountant het vertrouwen heeft van beide partijen. Dat vertrouwen leek er ook te zijn en volgens afspraak zouden de jaarrekeningen over 2013, 2014 en 2015 van de verkochte Kaashandel achteraf worden gecontroleerd door de accountant van de Zuivelgigant. Immers de Kaashandelaren spraken zich ook in 2018 niet uit tegen de accountant. Totdat verderop in het voorjaar van 2018 er toch een klacht namens de oude eigenaren van de Kaashandel tegen de accountant werd ingediend. Voor de betrokken accountant een reden om de controle opdracht onmiddellijk te laten vallen. De earn out regeling staat hier overigens verder door on hold. Er zijn nog steeds geen gecontroleerde jaarrekeningen van de overgenomen Kaashandel.
Te laat en niet objectief
Volgens klager kan een accountant niet na meer dan 3 jaar nog een jaarrekening goed controleren. Immers vaststellen dat AO/IC van de in 2013 verkochte Kaashandel op orde is/was, is na zoveel jaren niet meer mogelijk omdat veel mensen die daar destijds bij betrokken waren niet meer bij de Kaashandel in dienst zijn. Verder had de accountant de opdracht niet mogen aanvaarden omdat accountant al in 2016 had kunnen weten dat er fundamenteel verschil van mening bestond tussen de Zuivelgigant en de oud-eigenaren van de Kaashandel. De Zuivelgigant heeft daarover aan de accountant een brief van de oud-eigenaren van de Kaashandel uit 2016 overlegd.
Accountant – of beter gesteld de Zuid As-juriste van de accountant – stelt hiertegenover dat op dat moment de arbitrage nog liep en dat er daarom geen redenen waar om een eventuele controle van jaarcijfers niet uit te voeren. Dat de accountant niet objectief zou kunnen zijn, daar is verdediging het ook niet mee eens. Enerzijds omdat een accountant sowieso onafhankelijk moet zijn en twee omdat er in een dergelijke situatie extra maatregelen genomen kunnen worden zoals extra opdracht gerichte kwaliteitsbewaking en het mogelijk meekijken van een derde – niet betrokken – accountant.
Zittingsnummer: Awb 15664
Zaaknummers: 18/904 en 18/1418
De Accountantskamer verwacht over 15 weken uitspraak te kunnen doen.
Geef een reactie