Een beter ‘niet-pluis-gevoel’, erkennen, kunnen en durven leren van fouten, dat vindt Sandra Schreuder de uitdagingen voor de accountant. Voor haarzelf en de Accountantskamer ziet ze als uitdaging om de doorlooptijden drastisch in te korten en te komen tot beter leesbare en begrijpelijke uitspraken.
Schreuder is met ingang van 1 januari officieel de nieuwe voorzitter van de Accountantskamer in Zwolle. De installatie als rechter vindt vrijdag 31 januari plaats. Inmiddels is zij al ruim een jaar betrokken bij de Accountantskamer. Zij noemt zichzelf ‘Rechter in hart en nieren.’ Daarom koos zij niet voor de bestuurlijke gremia binnen de rechterlijke macht, maar voor een rol als rechter, als meewerkend voorman. In het verleden onder andere ook in medisch tuchtrecht.
Wat zijn uw ambities?
‘Uiteindelijk kies je voor een kleiner college met korte lijnen. Dat is veel meer mijn ding dan die grote organisaties. Ik draai liever aan de knoppen om direct te kunnen zien wat de effecten zijn. Dat geldt ook in mijn voorzittersrol. Voor dit college is doorlooptijden van uitspraken echt een ding. Daar moet ik iets mee. Bijvoorbeeld de Imtechzaak. Hoe kun je dat binnen de Accountantskamer goed en snel beslissen? De manier waarop zaken binnen dit college worden afgehandeld heeft te maken met: hoe lean is deze organisatie? Dat zijn dingen waar voor ik verantwoordelijk ben en daar wil ik ons team in meekrijgen.
Begrijpelijkheid van uitspraken is ook een onderwerp. Daar hebben we te winnen. De buitenwereld moet snappen wat wij beslissen. Wanneer ik in een commentaar lees dat een uitspraak moeilijk of nauwelijks leesbaar is, dan doen we het niet goed. Mensen moeten snappen waarom “deze accountant het verkeerd heeft gedaan.”
Mijn uitdaging is: hoe lever ik nu binnen een redelijke termijn een goede uitspraak waarvan de buitenwereld zegt: dit snap ik!
Door met zaakstromen te werken krijg je meer structuur en kun je sneller beslissingen nemen. Ik vind dat een van de meest urgente punten. Uitspraken laten soms te lang op zich wachten. 15 weken en dan weer uitstel.’
Zijn alle tuchtrechtzaken complex?
‘Controlezaken zoals bijv. bij Imtech zijn complex. Wat is de rol van de groepsaccountant, wat moet je als accountant wel of niet opschrijven? Wanneer vertrouw je wel op de organisatie om je heen, wanneer niet? Daar moet je als accountant wel kritisch op blijven. In het medisch tuchtrecht hoorden we vaak bij dokters: “Ja, maar ik heb zo veel patiënten en het management wil …..” Dan zeiden wij: “Dat is je professionele verantwoordelijkheid.” Wanneer je binnen zo’n systeem niet kunt werken dan moet je ervoor zorgen – je bent als arts immers verantwoordelijk voor de patiëntenzorg – dat je het systeem dan niet leidend laat zijn voor de kwaliteit van jouw zorg.’
Moet een accountant dan zeggen: sorry, wij kunnen deze jaarrekening zo niet controleren?
‘Precies. Ik ben er nog niet helemaal achter waar dat bij accountants nu in zit. Ik hoor wel van onze eigen leden dat er soms te veel druk is vanwege financiële overwegingen die binnen een kantoor gemaakt worden.’
FIOD-man Ron Dohmen RA, aanklager in fraudezaken, stelt dat accountants misschien niet altijd kritisch genoeg zijn, maar dat vakinhoudelijk de dossiers van accountants meestal in orde zijn.
‘Daar hoor ik ook andere geluiden over. Er worden bij samenstel- en controle-opdrachten toch nog wel fouten gemaakt. Omdat a. accountants best wel naïef zijn. Zij vertrouwen op het goede van de bestuurders van de onderneming of het concern dat er achter zit. Wanneer dat je grondhouding is, dan denk ik dat je vanuit zo’n bias minder kritisch kijkt naar wat er speelt.
En b. je krijgt die opdracht en dan maakt het niet eens zoveel uit of het nu een samenstel- of controleopdracht is. Kijk je dan goed naar: wat is dit nu eigenlijk voor een bedrijf? Welke keuzes maakt het management? Is het dan een professioneel kritische houding die je als accountant mist? Voor een deel zie ik dat hier terug, maar ik ben hier ook nog te kort om er zelf een definitief beeld van te hebben. In de korte tijd dat ik bij de Accountantskamer zit, zie ik wel dat het Niet-Pluis-Gevoel bij accountants beter ontwikkeld kan worden.’
Voor de Accountantskamer komen de incidenten, toch niet de regel van de alledaagse praktijk?
‘Nee, inderdaad het is niet regel. Maar er zijn genoeg rapporten van o.a. MCA en AFM die een en ander bevestigen. Dan kan het toch niet zo zijn dat het beeld niet klopt?’
De AFM-boetes voor PwC en EY zijn door de rechters van tafel geveegd.
‘Dat is terecht. Wanneer je op individueel niveau kijkt en je hebt een paar dossiers onderzocht, dan kun je op basis daarvan niet zeggen dat de kwaliteit van de hele organisatie niet deugt. Zij (AFM, red.) hebben, denk ik, een beeld van die organisaties, omdat ze daar regelmatig onderzoek doen. Maar wat mij opvalt, is dat je nog steeds schandalen hebt en die zijn van alle tijden. Dan vraag je je wel af: wat is het lerend vermogen van de sector? Is er toch nog te weinig tijd voor reflectie? Waarom kun je het niet beheersen? Aan de andere kant, dat er nooit fouten zullen worden gemaakt daar geloof ik niet in.’
Is er geen positieve ontwikkeling?
‘Kan ik niet helemaal overzien. We zien dat het ondanks de schandalen van het verleden nog steeds voorkomt dat er dingen fout gaan. We zien bij grote kantoren, dankzij zaken die mis gegaan zijn, dat zij die foute opdrachten niet meer doen. En kleinere kantoren die dan denken: dat is een mooie klant.
We zien ook dat bij de grote kantoren de kwaliteitsorganisatie nu beter op orde is. Dankzij de rol van vaktechniek en de ontwikkeling van specialisaties. In zekere zin zie je een parallel met de zorgverlening door kleinere ziekenhuizen: wat is je bestaansrecht, je specialisatie? Ontwikkelingen die we overal zien. Specialisaties vragen we dus ook van rechters. Je moet een counterpart kunnen zijn voor de gespecialiseerde advocaat. Foutmarges worden aan alle kanten minder geaccepteerd.
Kijk naar accountancy en ook naar de rechtspraak. Het moet sneller en efficiënter. Maar het zijn wel mammoettankers en voor dat je die van koers verandert. Grote kantoren hebben daar meer financiële mogelijkheden voor.
Verbazing?
‘Accountants en hun taak om het algemeen belang te behartigen. Dat zien we niet terug bij accountants in zaken rond klachten die gegrond zijn. Dat is in ongeveer 1/3 van de zaken het geval. Dat je een rapport opstelt waarin je in opdracht van een klant naar een conclusie toeschrijft. Of wanneer een advocaat je vraagt een rapport op te stellen waarmee hij een klant kan ondersteunen of mee naar de rechter kan gaan. De rechter moet er van op aan kunnen dat zo’n rapport echt onafhankelijk is en dat de accountant op gepaste afstand staat. Dat je je als accountant toch laat verleiden om zo’n rapport te schrijven verbaast mij.
Soms zie je dat ook in de medische sector: hulpverlenerschap, of is het toch financieel gewin. Misschien gaat het hand in hand. Zijn de accountants die zo de fout ingaan zich dan niet bewust van de fundamentele beginselen? Een vriendendienst, naïviteit, dom, onverschillig? Een doener, waar de reflectie ontbreekt?
In de zorg zit professionele reflectie en intervisie inmiddels wel ingebakken. In accountancy misschien wel bij grote kantoren? Het is ook gewoon met een collega gaan zitten: Wat vind jij ervan, welke bedreigingen zie jij?
De afrekencultuur vind ik ook opvallend binnen de accountancy. Wat ik terug hoor van accountants die voor het hekje staan is: dit doet wel iets met mijn carrière. En dan denk ik dat een accountant die ergens voor gewaarschuwd is zo’n fout niet nog een keer maakt. Je ziet op een zitting vaak ontkenning. Ik heb het niet fout gedaan. Dat is jammer. Je zou een cultuur wensen waarin fouten erkend worden en bijdragen aan de ontwikkeling binnen de organisatie om zo vergelijkbare fouten in de toekomst te voorkomen.’
FH
Leuk dat de nieuwe voorzitter wordt gevraagd te reageren op iets dat ik gezegd zou hebben. Maar jammer dat ik dit in het betreffende interview nooit zo heb geformuleerd en dat ik dus onjuist word geciteerd.
Het maken van fouten is menselijk en van fouten kun je leren; dat weet iedereen, maar als je als accountant, belastingadviseur een fout maakt en toegeeft doet dat afbreuk aan de expert status. We verwachten van experts dat ze alles weten (op hun vakgebied) en geen fouten maken. Daarvoor worden ze ingehuurd. Als experts hun fouten openlijk toegeven schaadt dat niet alleen hun carrière, ze zijn ook bang dat klanten weg gaan of weg blijven. Het is dan een begrijpelijke reactie om de fout te ontkennen of om de schuld bij een ander te leggen.