Een accountant van KPMG Curaçao is door de tuchtrechter in Zwolle op de vingers getikt. De man speelde volgens het Openbaar Ministerie (OM) een belangrijke rol in de omvangrijke witwaszaken Cymbal en Troja. Zijn werkgever trof daarover onlangs al een schikking met het OM. In de witwaszaken worden verschillende personen vervolgd omdat zij verdacht worden van witwassen door middel van het zogenaamde dollarswipen of dollartoerisme. De accountant noemde de lage brutowinstmarge van het betrokken bedrijf, waarvan hij de jaarrekening samenstelde, in een email onwaarschijnlijk, maar ondernam daarop geen actie.
Dat bleek maandag uit de uitspraak van de Accountantskamer. In de witwaszaak Cymbal zou 270 miljoen euro (320 miljoen dollar) zijn witgewassen. De verdachten hadden volgens het OM als dekmantel een handel in lingerie. Venezolanen kochten met creditcards op papier lingerie maar kregen dollars geleverd. Die dollars verdwenen vervolgens met grote winsten op de zwarte markt in Venezuela waar de handel in vreemde valuta aan banden is gelegd. De accountant is geen verdachte in een strafzaak die in juli dient. De rechtbank in Zwolle trekt voor die zaak vier zittingsdagen uit.
Lage brutowinstmarge onwaarschijnlijk
De KPMG’er stelde de jaarrekeningen over de jaren 2010, 2011 en 2012 van het bij de witwaszaak verdachte bedrijf samen. Miljoenen dollars aan contanten werden op de bankrekening bijgeschreven, terwijl de verantwoorde brutowinstmarge onverklaarbaar laag was. De accountant verklaarde daarover aan de Accountantskamer dat hem daarvoor als verklaring was gegeven dat de concurrentie in die jaren in vergelijking met 2009 was toegenomen. In een bij de rechtszaak betrokken e-mail had de accountant echter geschreven dat de uit de jaarcijfers 2012 naar voren gekomen marge van 0,5% in vergelijking met het ervaringscijfer van 2% hem onwaarschijnlijk leek.
Geen nader onderzoek
Daar had hij nader onderzoek naar moeten doen, vindt de tuchtrechter: ‘In het licht van zijn samenstelwerkzaamheden noopte de geconstateerde lage marge betrokkene om op grond van artikel 14 Standaard 4410 alsnog de in artikel 13 van deze Standaard bedoelde werkzaamheden uit te voeren met betrekking tot marge en crediteuren. Nu betrokkene dat achterwege heeft gelaten heeft hij niet overeenkomstig Standaard 4410 en in strijd met het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid als bedoeld in artikelen A-100.4 sub c juncto A.130.1 van de VGC gehandeld.’
Van het bewust negeren van fraudesignalen, waarover het OM ook klachten had ingediend, is volgens de rechter geen sprake. De tuchtrechter liet het in deze zaak bij een waarschuwing omdat de accountant volgens hem niet bewust onzorgvuldig handelde. Ook is de man niet eerder tuchtrechtelijk veroordeeld. Het OM wil de uitspraak eerst bestuderen voordat het over een eventueel hoger beroep beslist.
Uitspraak: 17-2276 AA
Bron: ANP
Geef een antwoord