Een accountant moet bij niet-wettelijke taken rekening houden met derden die belang hechten aan zijn rapportage. Waarschuwen voor mogelijke onjuiste gevolgtrekkingen kan al voldoende zijn om aan die zorgplicht te voldoen, schrijft hoogleraar ondernemingsrecht Gerard van Solinge in het FD.
Accountants zitten in de hoek waar de klappen vallen, aldus Van Solinge. Hij haalt de berisping voor KPMG aan wegens de tekortkomingen bij Imtech, het terugtrekken van kandidaat-NBA-voorzitter Ted Verkade en de tuchtzaak tegen Deloitte vanwege de Steinhoff-affaire. Een scheiding van wettelijke taken en niet-wettelijke taken zou beterschap moeten bieden, maar zet het verdienmodel van accountantsorganisaties onder druk.
Belang van derden
De hoogleraar verwijst wat dat betreft naar het arrest van de Hoge Raad over de claim van € 4,2 miljoen tegen accountantsorganisatie Crop in een zaak rond de overname van een sloepenbouwer. ‘Een accountant – gelet op zijn functie in het maatschappelijk verkeer – moet onderkennen dat bij het uitoefenen van niet-wettelijke taken ook derden aan zijn rapportage belang zullen hechten. Als dreigt dat een derde daadwerkelijk zijn gedrag mede door de inhoud van de rapportage laat bepalen, dan zal de accountant maatregelen moeten treffen om te voorkomen dat de derde hieraan onterechte (of onjuiste) betekenis toekent. Laat de accountant dat na, dan kan dat onrechtmatig zijn en moet hij de schade van de derde vergoeden.’
Leestip: Advocaat Tom Teggelaar ging voor Accountancy Vanmorgen uitgebreid in op de kwestie. Lees zijn bijdrage hier.
Bewijslast is anders
De zorgplicht bij niet-wettelijke taakuitoefening is pas van toepassing als de derde daadwerkelijk dreigt af te gaan op de rapportage. ‘De accountant zal de derde daarvoor moeten waarschuwen. Je zou kunnen zeggen dat met de waarschuwing de accountant aan zijn zorgplicht heeft voldaan. Daarentegen moet vanwege het publieke belang de accountant bij de wettelijke taakuitoefening er altijd rekening mee houden dat derden op zijn rapportage afgaan. Waarschuwen heeft dan geen zin en voorkomt geen aansprakelijkheid. Het lijkt een subtiel onderscheid, maar het verschil zit in de bewijslast. De derde die afgaat op een wettelijke controleverklaring moet uiteraard wel het causaal verband tussen fout en schade bewijzen, maar niet dat de accountant wist dat specifiek zijn belangen in het geding zijn. Bij de niet-wettelijke taakuitoefening moet de derde dat laatste dus wel bewijzen.’
Geef een reactie