De Accountantskamer heeft de vijf (voormalige) bestuurders van de NBA veroordeeld die door de ontslagen directeur Harm Mannak waren aangeklaagd. De vijf krijgen een waarschuwing van de tuchtrechter, die oordeelt dat het besluit om Mannak op non-actief te stellen onvoldoende zorgvuldig is genomen door de later ontslagen directeur niet te horen. De meeste klachten van Mannak worden echter ongegrond verklaard.
door Misha Hofland
De NBA zette de algemeen directeur in september 2019 op non-actief na berichtgeving over een nevenfunctie van Mannak. Het FD meldde dat er sprake was van belangenverstrengeling, nadat hoogleraar Marcel Pheijffer er in een column op had gewezen dat Mannak zakelijke banden met Andy Fastow heeft. Enron-fraudeur Fastow sprak op een bijeenkomst over fraude en fraudepreventie van de NBA in Amsterdam. Beiden zijn aandeelhouder in het Rotterdamse techbedrijf KeenCorp, dat gespecialiseerd is in analyses van (frauduleus) gedrag. De NBA-directeur was daar ook commissaris. Zowel toen hij dat commissariaat accepteerde als toen hij Fastow naar Nederland haalde meldde Mannak het gedeelde aandeelhouderschap niet bij het NBA-bestuur, bevestigde hij ook zelf. De NBA gaf het gespecialiseerde advocatenkantoor Norton Rose Fulbright opdracht om de kwestie te onderzoeken nadat Mannak op non-actief was gezet. Dat leidde er uiteindelijk toe dat de algemeen directeur aan de kant werd gezet. Later kwamen beide partijen een schikking overeen.
Harm MannakTuchtklacht tegen bestuurders
Daarmee leek aanvankelijk de kous af, maar Mannak liet het er toch niet bij zitten en spande een tuchtklacht aan tegen de vijf accountants die tijdens dat besluit het bestuur van de NBA vormden. Tijdens de zitting eind vorig jaar voerde hij aan dat de procedure rond zijn vertrek onzorgvuldig zou zijn verlopen.
Mannak niet gehoord
De Accountantskamer geef Mannak daarin nu dus deels gelijk, al wordt het merendeel van de klachten ongegrond verklaard. Het besluit om Mannak op non-actief te zetten is naar het oordeel van de tuchtrechter onvoldoende zorgvuldig tot stand gekomen. De Accountantskamer is van oordeel dat in dit geval een voldoende en juiste belangenafweging pas had kunnen plaatsvinden nádat Mannak in de gelegenheid was gesteld zich uit te laten over het voornemen hem op non-actief te stellen en de daaraan ten grondslag gelegde feiten. De algemeen directeur had in dat geval zijn belangen naar voren kunnen brengen en zijn visie kunnen geven en de NBA-bestuurders hadden die belangen kunnen afwegen tegen de belangen van de NBA en de visie van Mannak kunnen toetsen aan hun eigen visie. Door Mannak niet eerst te horen, waardoor de NBA-bestuurders de belangen van Mannak niet ten volle hebben kunnen identificeren en zijn visie op de feiten niet voldoende hebben kunnen vaststellen, heeft geen juiste en voldoende waardering van feiten en weging van belangen plaatsgevonden.
Andere klachtonderdelen ongegrond
Volgens Mannak handelden de vijf NBA’ers ook onzorgvuldig en onprofessioneel rond het door Norton Rose Fulbright uitgevoerde onderzoek en de beëindiging van de overeenkomst met hem. Bovendien zou er onzorgvuldig, onprofessioneel en onjuist zijn gereageerd op berichten in de media en zou de eer en stand van de accountants zijn geschaad door de hele kwestie. De Accountantskamer is het daar echter niet mee eens.
Waarschuwing
De maatregel van waarschuwing is passend en geboden, oordeelt de Accountantskamer: ‘Daarbij is in aanmerking genomen dat betrokkenen om tot een zorgvuldige besluitvorming te komen en de wederzijdse belangen goed te kunnen afwegen, klager voorafgaand aan de op non-actiefstelling in de gelegenheid hadden moeten stellen hem daarover te horen. De Accountantskamer neemt ook in aanmerking dat door de perspublicaties ophef was ontstaan vooral vanwege de positie van klager als algemeen directeur van de NBA, uitgerekend in september 2019 de campagne “Nederland rekent op zijn accountants” was gestart om het imago van accountants te verbeteren, klager naar het bestuur toe had erkend niet steeds voldoende helder te hebben gecommuniceerd, betrokkenen hebben willen voorkomen dat de aanwezigheid van klager op de werkvloer het onderzoek ook maar enigszins zou kunnen belemmeren en betrokkenen voor het overige zorgvuldig hebben gehandeld. Het is begrijpelijk dat betrokkenen voortvarend hebben willen handelen, zij het op het punt van de op non-actiefstelling te voortvarend.’
Reactie Mannak
Harm Mannak laat aan Accountancy Vanmorgen weten blij te zijn met de uitspraak. “Ik zie dit als eerherstel.” Of hij in hoger beroep gaat tegen de ongegrondverklaring van de overige klachtonderdelen weet de voormalige NBA-directeur nog niet. “De inkt van de uitspraak is nog maar net droog. Ik ga het eerst maar eens goed bekijken allemaal.”
Op LinkedIn heeft Harm Mannak ook een reactie op de uitspraak geplaatst:
Reactie NBA
De NBA laat bij monde van een woordvoerder weten: “We hebben kennis genomen van de uitspraak van de Accountantskamer. Het overgrote deel van de klachten is ongegrond verklaard. Eén klachtonderdeel niet en dat is dat de heer Mannak voorafgaand aan en over de op non-actiefstelling volgens de Accountantskamer gehoord had moeten worden. De Accountantskamer geeft aan dat het begrijpelijk is dat betrokkenen voortvarend hebben willen handelen, zij het op het punt van de op non-actiefstelling te voortvarend.”
Harry Mock RA zegt
Hoeveel procent van de klachten ongegrond zijn verklaard is niet relevant.
De AK vond het passend en geboden aan de accountants waarschuwingen te geven.
Een waarschuwing is een wettelijk bepaalde strafmaat.
Wie een waarschuwing in de wind slaat verdient een nieuwe klacht wegens minachting van de Rechtsspraak/ rechtsgang
Alexander Vissers zegt
Ten eerste is de vraag in hoeverre dit handelen wel bij de tuchtrechter hoort te landen. De toegang tot de tuchtrechter moet mijns inziens veel beperkter worden uitgelegd. Welk professioneel handelen is hier in het geding? Verder is onbegrijpelijk waarom de NBA hier stelling in neemt, cq zich in deze aangelegenheid uit. Het betreft een zaak waarin de NBA geen partij is en het past de NBA niet op tuchtmaatregelen opgelegd aan individuele accountants te reageren anders dan door beroep aan te tekenen tegen de uitspraak, een bevoegdheid die haar wettelijk is toegekend. Overigens is het handelen van het NBA bestuur bij de schorsing van de directeur zonder deze te horen onbegrijpelijk. Evenmin is de reactie van de voormalig directeur te begrijpen want de tuchtklacht betreft niet zijn persoon maar het handelen van accountant-leden van het NBA bestuur.