Wat viel advocaat Anna Kitslaar op aan de door Accountancy Vanmorgen samengestelde lijst met de tien meest aansprekende tuchtzaken van 2019?
Tuchtklachten door curatoren
De laatste jaren komen geregeld tuchtklachten voor die tegen accountants worden ingediend door curatoren. 2019 was daarbij geen uitzondering. Zo heeft de Accountantskamer deze maand nog de klacht van de Imtech-curatoren tegen KPMG gegrond verklaard, vanwege tekortkomingen bij de controle van de jaarrekening. Het schortte daarbij onder meer aan de vastlegging van de controledocumentatie en de kwaliteitsbeoordeling. Ook werden aan duidelijke signalen bij de controle onvoldoende opvolging gegeven. Het komt twee van de betrokken KPMG accountants te staan op een tijdelijke doorhaling.
In het faillissement van TCN is eveneens sprake van een tuchtklacht tegen een KPMG-accountant die is ingediend door de curatoren. Ook hier leidt dit tot een tijdelijke doorhaling wegens het tekortschieten in de kerntaak als controlerend accountant. In een uitspraak van juni 2019 overweegt de Accountantskamer dat sprake is van ernstige schade die is toegebracht aan het vertrouwen in de beroepsgroep.
Fraudegerelateerde tuchtzaken
Los van tuchtklachten door curatoren valt op dat er in 2019 regelmatig is geklaagd over betrokkenheid van accountants bij fraude. Dat kan zijn doordat accountants zelf gefraudeerd hebben, maar ook doordat zij bij het uitvoeren van hun reguliere werkzaamheden rondom de jaarrekening fraude ten onrechte niet zouden hebben ontdekt of voorkomen. Ook wordt regelmatig geklaagd over verrichte onderzoeken die (forensisch) accountants uitvoeren naar fraude. Denk daarbij aan persoonsgerichte onderzoeken.
Dat actieve betrokkenheid van accountants bij fraude niet alleen leidt tot langdurige doorhalingen, maar ook tot strafrechtelijke procedures volgt uit een uitspraak van de Accountantskamer van september 2019. Het vervalsen van documenten om een lening van 3,1 miljoen euro los te krijgen bij de Rabobank leidde tot een tuchtklacht van het Openbaar Ministerie tegen twee register accountants. De Accountantskamer heeft doorhalingen van maar liefst vijf en tien jaar opgelegd. Daarnaast loopt er nog een strafrechtelijke procedure.
Ook zonder actieve betrokkenheid bij fraude loopt een accountant tuchtrechtelijke risico’s. Dit is bevestigd in een uitspraak van de Accountantskamer van 8 juli 2019. De voormalige, externe accountant van energieleverancier Greenchoice en moederbedrijf Energie Concurrent deed volgens de Accountantskamer (te) weinig, terwijl er duidelijke signalen waren dat er sprake was van fraude bij het bedrijf. Hiervoor wordt een waarschuwing opgelegd door de Accountantskamer, aangezien het onbegrijpelijk is dat de accountant geen of onvoldoende aanvullende controlemaatregelen heeft ingezet. Stilzitten bij duidelijke signalen van fraude is geen optie.
In een recente uitspraak van 10 december 2019 van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) draait het eveneens om controlerend accountants en fraude. In deze hoger beroepszaak verlaagde het CBb de aan twee BDO-accountants opgelegde tuchtmaatregel van een berisping naar een waarschuwing. Het ging in die zaak om een van fraude verdacht consultantsbureau, dat vermogensbeheerder is van o.a. leden van het Koninklijk Huis en veel andere rijke en bekende Nederlanders. Hoewel het CBb meent dat sprake was van een onvoldoende professioneel-kritische houding, acht het college de maatregel van een waarschuwing passend in dit geval, omdat het verwijt slechts doel trof voor één specifiek aspect van de controlewerkzaamheden.
Overige ontwikkelingen
Een setting die ieder jaar weer terugkeert in de tuchtrechtspraak, en zo ook in 2019, is een accountant die in de tuchtrechtelijke problemen komt in verband met zijn betrokkenheid bij een familiebedrijf. Een veelvoorkomend onderwerp hierbij is dat de objectiviteit van de accountant al snel in het gedrang komt zodra (voormalig) bestuurders tevens aandeelhouders afscheid van elkaar gaan nemen en je als accountant (van de onderneming) daarin een rol blijft spelen. Zo ook in een kwestie waarin twee broers en een zus het familiebedrijf over hebben genomen van vader. De accountant kreeg de opdracht een juridische fusie te onderzoeken en daarover te rapporteren. In de tussentijd verslechterde de relatie van de broers. Naast diverse fouten omtrent de inhoud van zijn werkzaamheden te hebben gemaakt, welke fouten de accountant zelf heeft toegeven, is de accountant zich ook onvoldoende bewust geweest van mogelijke bedreigingen van (o.a.) zijn objectiviteit, als gevolg van het ontstane en steeds hoger oplopende familieconflict. De accountant heeft een tijdelijke doorhaling voor de duur van één maand opgelegd gekregen.
Tot slot heeft de Accountantskamer in 2019 ook bevestigd dat accountants slechts tuchtrechtelijk verantwoordelijk zijn voor hun eigen individuele handelen of nalaten als accountant. In de zaak die is uitgemond in de uitspraak van de Accountantskamer van 6 september 2019 was sprake van een klacht vanwege een boete die door de Autoriteit Financiële Markten (AFM) was opgelegd aan het accountantskantoor. De Accountantskamer heeft de klacht ongegrond verklaard, omdat geen sprake was van een concrete klacht tegen concreet handelen van een accountant. De klacht was namelijk tegen maar liefst 26 individuele accountants ingediend zonder dat hun actieve, persoonlijke betrokkenheid voldoende was vermeld.
Anna Kitslaar is als advocaat verbonden aan Van Iersel Luchtman Advocaten.
Geef een reactie