‘Hoe kijk jij terug op de toetsing die we bij maatschap Irene hebben uitgevoerd?’ vroeg Patrick aan Roderik. Ze hadden vanmorgen samen overleg over het verslag dat ze de maatschap zouden toesturen.
‘Ik vind dat er de nodige tekortkomingen waren,’ reageerde Roderik.
Ze zaten op het kantoor van Roderik in hartje Amsterdam. Reden waarom Patrick had voorgesteld om de bespreking bij hem op kantoor te doen. Maar Roderik had rigoureus geweigerd. Het was zijn toetsing, dus diende Patrick bij hem te komen.
‘Ik vind dat ze goed bezig zijn. Als je nagaat wat dit kantoor allemaal heeft meegemaakt, dan vind ik dat ze een knappe prestatie hebben neergezet.’
Patrick wreef door zijn haren. In de verte hoorde hij een sirene.
‘Zo dienen wij niet te toetsen. Het gaat erom of ze voldoen aan de norm. Of ze problemen hebben gehad of niet daar moeten wij geen rekening mee houden.’
‘Ik ben toch meer voorstander van een wat meer collegiale vorm van toetsen,’ zei Patrick. ‘We kunnen best rekening houden met de omstandigheden waarmee een kantoor te maken heeft. Volgens mij hebben wij die ruimte ook.’
‘Daardoor ontstaan die discussies over de toetsers ook. Ze nemen te veel vrijheid. Rood is rood.’
‘Dat ben ik niet met je eens, Roderik. Als je in Nederland door rood rijdt en een politieagent ziet dat, dan krijg je niet altijd een bekeuring. Tenminste, het is mij wel eens overkomen dat ik aangehouden werd en toch geen bekeuring kreeg. De wegsituatie was gewijzigd en daardoor had ik eerst niet eens door dat ik door rood reed. Zodoende kwam ik weg met een waarschuwing.’
‘Van mij had je een bekeuring gekregen. Als je een fout maakt, moet je ervoor gestraft worden. Alleen daar leer je van. Zo is dat ook voor kantoren. Als toetsers zelf gaan interpreteren, leidt dat alleen maar tot zwalkbeleid. De verordening is daar duidelijk genoeg over.’
‘Nou, volgens mij is dat dus niet zo. Neem nu eens het wel of niet aanwezig zijn van een kantoorhandboek. De verordening stelt het niet verplicht.’
‘Nee, maar als ze er een hebben dan moeten ze zich wel houden aan hetgeen daar in staat. Als ze zich al niet hun eigen regels houden, aan welke regel houden ze zich dan wel?’
‘Ik vind die benadering zwart-wit. Maar laten we maar aan de slag gaan.’
Dat Patrick een halfslachtige toetser was, had Roderik dus goed ingeschat. Hij bewoog veel te veel mee met het kantoor. Iets waar dus meer toetsers last van hadden. Volgens Roderik werd er niet te zwaar getoetst. Het probleem was dat kantoren zich niet aan de –eigen- regels wilden houden. Als ze daar dan op werden aangesproken dan was ‘Leiden in last’ en werden de toetsers er op aangesproken. Maar als alle toetsers dezelfde streep zouden trekken, dan waren er ook geen problemen. Hem werd vaak verweten dat die rechtlijnigheid zijn stokpaardje was. Maar volgens hem was dat de enige manier om te handhaven. Nu kreeg hij tijdens vergadering met de Raad voor Toezicht te horen dat er allerhande belangenorganisaties van MKB-kantoren waren die vonden dat het allemaal transparanter moest en dat ze niet op iedere slak zout dienden te leggen. Het ging om het principe. Dat moest voorop staan. ‘Was de houding goed?’ Hij protesteerde altijd tegen die benadering.
‘Niet de houding, maar de norm moet voorop staan, mijne dames en heren. De wereld gaat ten onder aan goede bedoelingen. Liever een kantoor te weinig afgetoetst dan een kantoor teveel goedgetoetst. Alleen zo houden we de beroepsgroep zuiver.’
Dat leverde natuurlijk ook weer discussie op.
‘Dus jij vindt het al fout wanneer er een vinkje ontbreekt?’ had iemand meewarig aan Roderik gevraagd.
‘Ja, inderdaad. Dan denk ik: hoe kan het dat het kantoor dit niet gezien heeft? Als ze deze vink niet hebben gezien, welke hebben ze dan nog meer niet gezien?’
Reden voor hem om ook fel tegenstander te zijn van nieuwigheden als risicogericht samenstellen. Wie verzon er zoiets? Wat hem betreft werd integrale controle de norm. Dan kwamen de fouten vanzelf boven tafel. Als hij dat opperde, werd hij al snel voor ouderwets versleten. Dat kon hem niets schelen. Hij was van mening dat hij als hoeder van het beroep andere belangen diende te dienen dan het belang van het getoetste kantoor. Als ze het niet met hem eens waren, jammer dan.
‘Wat ik wel een zwak punt vind, is de maatschapsovereenkomst,’ vervolgde Patrick. ‘Die er nu ligt, voldoet zeker niet aan de eisen.’
‘Ja, hun eigen basis deugt al niet. Hoe kan je dan ooit van mening zijn dat de rest wel meevalt? Ik snap dat niet.’
‘Dat we daarover van mening verschillen, besef ik. Maar ik wilde toch graag de hele checklist afgaan voordat we een conclusie trekken,’ reageerde Patrick geagiteerd.
Lees hier aflevering 20 van Rumoer in de maatschap 2016
Lees hier aflevering 19 van Rumoer in de maatschap 2016
Lees hier aflevering 18 van Rumoer in de maatschap 2016
Lees hier aflevering 17 van Rumoer in de maatschap 2016
Lees hier aflevering 16 van Rumoer in de maatschap 2016
Lees hier aflevering 15 van Rumoer in de maatschap 2016
Lees hier aflevering 14 van Rumoer in de maatschap 2016
Lees hier aflevering 13 van Rumoer in de maatschap 2016
Lees hier aflevering 12 van Rumoer in de maatschap 2016
Lees hier aflevering 11 van Rumoer in de maatschap 2016
Lees hier aflevering 10 van Rumoer in de maatschap 2016
Lees hier aflevering 9 van Rumoer in de maatschap 2016
Lees hier aflevering 8 van Rumoer in de maatschap 2016
Lees hier aflevering 7 van Rumoer in de maatschap 2016
Lees hier aflevering 6 van Rumoer in de maatschap 2016
Lees hier aflevering 5 van Rumoer in de maatschap 2016
Lees hier aflevering 4 van Rumoer in de maatschap 2016
Lees hier aflevering 3 van Rumoer in de maatschap 2016
Lees hier aflevering 2 van Rumoer in de maatschap 2016
Lees hier aflevering 1 van Rumoer in de maatschap 2016
Geef een reactie