“Gaan accountants de wereld redden?” Deze vraag werd onlangs op een door de beroepsorganisatie georganiseerde bijeenkomst over duurzaamheid en data science aan Sanne gesteld. Ze wist waar die vraag vandaan kwam. Ooit waren er Accountantsdagen en op een zo’n dag riep de topman van een beursgenoteerde onderneming dat accountants de wereld gingen redden. Sanne vond en vindt dat aanmatigend.
“Ik denk dat accountants een belangrijke rol spelen. Maar de wereld redden?” Sanne keek de dagvoorzitter lachend aan.
“Kom op. Je vertegenwoordigt toch de sector die er prat op gaat een leidende rol te spelen bij het realiseren van de zogenaamde ESG-doelstellingen?” Daagde de dagvoorzitter Sanne uit.
“Ik denk dat iedereen in de maatschappij een rol speelt bij het verwezenlijken van die doelstellingen. Die taak ligt echt niet alleen bij accountants.”
“Dat is wel een heel diplomatiek antwoord. Daar kan natuurlijk niemand op tegen zijn. Maar wat is dan de specifieke taak van de accountant in deze transitie? Ik laat je niet zomaar wegkomen met wat algemene opmerkingen.” De zaal lachte.
“Als accountant zijn we bijvoorbeeld alert op het signaleren en voorkomen van greenwashing. Daarnaast zijn er veel subsidieregelingen om de energietransitie vorm te geven en wij controleren of die verklaringen in orde zijn. Maar ook hebben we aandacht voor de wijze waarop ondernemingen omgaan met hun medewerkers. En tot slot beoordelen we ook of onze klanten zich houden aan de afspraken om schending van mensenrechten te voorkomen.” Althans dat wordt van ons verwacht dacht Sanne. Want als de mensenrechten voor alle ondernemingen echt een belangrijk agendapunt zou zijn, dan zou dat voor mening bedrijf in Nederland forse financiële en economische consequenties hebben.
“En fraude? Jullie favoriete thema.”
“Fraude. Daar vraag je mij wat. Zelf maak ik gebruik van de mogelijkheden die data science biedt om patronen die zouden kunnen wijzen op fraude te ondervangen. Daarnaast heb ik als voormalig complianceofficer veel geleerd over gedrag dat kan wijzen op fraude. Die kennis en vaardigheden zet ik ook in.”
“Dus Nederland is veilig bij u?”
“Dat is te veel eer. Ik denk ook dat het een ilussie is om te denken dat accountants fraudes kunnen voorkomen. Natuurlijk bespreken we met ondernemingen de mogelijkheden hoe ze fraudes kunnen voorkomen. Spannen we ons in om fraudes te signaleren en waar mogelijk ook op te lossen. Maar ik heb wel geleerd dat wanneer iemand echt kwaad wil, je daar meestal te laat achterkomt.”
“Ik begrijp dat u geen fraudes kunt voorkomen, maar fraudegevallen blijven de beroepsgroep wel achtervolgen als die zich weer eens voordoen.”
“Ja, daar hebben we mee te dealen. Het is niet anders.” Of ze daarmee de opvatting van de beroepsorganisatie goed weergaf weet ze niet. Maar het is wel hoe zij er zelf tegenaan kijkt.
“Is er misschien iemand in de zaal die iets wil inbrengen in deze discussie?” de dagvoorzitter liep met zijn microfoon richting het publiek.
“Ja ik wel”
“Dat is mooi. Wilt u even uw naam noemen voordat u start met uw inbreng.”
“Jasper Woelders. Eigenaar van het meest efficiënte kantoor van Nederland.” Het publiek in de zaal grinnikte.
“Ik vind dat we als accountants veel te veel hooi op onze vork nemen. We zijn opgeleid als financiële deskundigen. We moeten niet denken dat iedere accountant in Nederland nu meteen ook een ESG-, duurzaamheids-, klimaat-, of energiedeskundige is. Dat die grote kantoren daar met hun dure consultancypraktijken brood in zien, prima. Maar voor een kantoor als het mijne is het onbetaalbaar om al die kennis zelf in huis te halen. Dus ik weiger ook om mee te doen met het invullen van die ambities van de beroepsorganisatie. Wat ik wel eens zou willen weten. Waar staat de beroepsorganisatie als het gaat om de zelfstandige accountant met een klein accountantskantoor? Dat is een vraag die ik zes, zeven jaar heb gesteld en waar ik nog steeds geen antwoord op krijg.” Er klonk een zacht applaus in de zaal en iemand riep. “Hear hear.”
“Dat is een interessante zienswijze. U vindt dus dat deze bijeenkomst niet had moeten worden georganiseerd?” de voorzitter hield de microfoon weer voor Jasper.
“Dat zeg ik niet. Maar de beroepsorganisatie zou meer oog moeten hebben voor mijn rol als zelfstandig accountant met een kleine praktijk. Wij worden vermalen in de ambities die er zijn op het terrein van duuzaamheid, witwassen, fraude en noem maar op. Er zijn grenzen aan wat je kunt doen.”
“Je moet gaan samenwerken.” Riep er iemand vanuit de zaal.
“Ho, ho, niet door elkaar gaan spreken. U bent?” de voorzitter liep naar de andere kant van de zaal.
“Ik ben Pieter Bankscy. Eigenaar van een groot softwarebedrijf. Ik zal geen reclame maken.”
“U zegt dat mijnheer Woelders zijn problemen kan oplossen door meer te gaan samenwerken.”
“Ja, dat zeg ik. Er zijn inmiddels genoeg voorbeelden van accountantskantoren die of met elkaar of met andere partijen in de keten samenwerken. Daardoor hoeven ze niet zelf continue het wiel uit te vinden.”
“En natuurlijk heeft u daar de software voor omdat allemaal mogelijk te maken.” Reageerde de dagvoorzitter gevat. Inmiddels was Jasper Woelders weer opgestaan en de dagvoorzitter liep naar hem toe.
“Dat is nu het punt waar ik jaren geleden al voor gewaarschuwd heb. Accountants moeten aan de leiband van softwareleveranciers meelopen en de beroepsorganisatie weigert daarin een positie in te nemen. We denken wel dat we onafhankelijk kunnen opereren, maar in feite lopen we al jaren aan de leiband van de Big Tech en de Fin Tech en als het fout gaat dan krijgen wij de Zwarte Piet”
Geroezemoes in de zaal. De voorzitter keek op zijn horloge.
“Ik zie dat het tijd is om af te sluiten. Ik denk dat er genoeg spraakstof is voor onze vegatarische borrel met bio-drankjes.”
Jan Wietsma
Eerdere afleveringen:
Feuilleton | Sanne Kierstra, mkb-accountant in 2026 (1): Op weg naar je werk
Feuilleton | Sanne Kierstra, mkb-accountant in 2026 (4): De naam zegt hem niets. Maar dat gezicht
Feuilleton | Sanne Kierstra, mkb-accountant in 2026 (8): Waarom je geen vennoot wil worden
Geef een reactie