Er liggen grote plassen water op het trottoir. Susan moet haar best doen om die te ontwijken en dat is lastig als je haast hebt. Zeker als je nog een kind in een buggy hebt die er de oorzaak van is dat je zo’n haast hebt. Ze was vanmorgen mooi op tijd, toen Hielke het bij ontbijt nodig vond om zijn bord met pap op zijn hoofd te zetten. Dus moest hij opnieuw in bad en ze was boos op hem geworden omdat hij daarna niet echt meewerkte bij het aandoen van zijn kleren.
Hielke moest toen huilen en daar voelde zij zich nu weer schuldig over. Als ze dat vanavond aan Rick zou vertellen, zou hij wel vragen waarom ze auto niet had gepakt. ‘Als ik met de auto ga moet ik net zover lopen.’ Bij de crèche is weinig parkeergelegenheid en als het regent moeten mensen die hun kinderen met de auto brengen soms drie of vier straten lopen voordat ze bij de kinderopvang aankomen. Ze bedacht dat ze de suggestie van Rick om met de auto te gaan ook nog kon weerleggen met de opmerking dat dit zo weinig duurzaam is. Want volgens Rick gaven ouders die hun kind met de auto kwamen brengen het slechte voorbeeld. ‘Op die manier gaan we nooit de klimaatdoelstellingen van Parijs bereiken.’
Een uur later is ze precies op tijd aanwezig op het college. Ze ziet dat Mike’s gezicht minder blauw is dan de vorige keer. Straks toch maar eens aan Mike vragen hoe het nu gaat en van welke trap hij nu precies gevallen is. Misschien had ze het ook wel verkeerd gehoord.
Vandaag heeft ze vak Strategie en Organisatie. Een leuk vak, maar dat komt ook door docent Cees die veel praktijkvoorbeelden in brengt. Dat hij er ook nog knap uit ziet vindt ze een leuke bijkomstigheid. Maar Cees houdt er niet van als mensen te laat komen of dat ze tijdens de les nog proberen snel wat werkzaamheden voor een klant of werkgever af te ronden. ‘Hoe serieus neem je nu eigenlijk je verantwoordelijkheid als accountant in wording. Ga je tijdens een bespreking bij een klant ook aan de slag voor een andere klant?’ is de retorische vraag die hij stelt als hij weer eens student meer aandacht ziet hebben voor zijn computerscherm dan voor hetgeen in de les gebeurd.’
Een van de studenten antwoorde een keer dat zijn baas echt verwachtte dat hij voor het middaguur iets uitgezocht had. Cees vroeg vervolgens wat de nu rood aangelopen student zelf van deze opmerking vond. ‘Kies je altijd voor je baas, als hij je wat vraagt? Of trek je ook een grens? Wat als hij gevraagd had om € 25.000 omzet wit te wassen. Had je dat ook gedaan?’ Behalve rood was de student nu ook gaan stotteren en gezegd dat hij dat zeker niet zou doen. Cees antwoorde toen dat je daar maar niet zo zeker van moest zijn. ‘Als je al moeite hebt met ‘nee’ zeggen bij kleine verzoeken dan gaat het zeker fout in grote zaken.’ Een opmerking die Susan had opgeslagen.
Cees begint zijn les met te vertellen dat veel accountantskantoren nog steeds niet met strategievorming bezig zijn als het om het eigen kantoor gaat. Natuurlijk een aantal grote kantoren wel, maar de meeste kantooreigenaren gaan pas met hun strategie aan de slag als ze in januari ontdekken dat ze te weinig werk hebben voor het komende jaar. Dat was goed zichtbaar bij de vorige crisis. Toen bleek dat klanten om veel minder advies vroegen.’
Susan kon zich er iets bij voorstellen maar tegelijkertijd voelde het voor haar ook als iets uit een ver verleden. De vorige crisis, toen zat ze in haar examenjaar en waren vriendinnen en uitgaan belangrijker dan al die nieuwsberichten over crisis. En als ze heel eerlijk was, ze had er zelf ook weinig last van.
‘Maar,’ vervolgde Cees zijn betoog, ‘dat kantooreigenaren werkelijk geen kaas van strategie hebben gegeten blijkt wel uit het feit dat ze veel mensen zoals jullie geen studievergoeding meer gaven om de studie voor accountant af te ronden. Een duidelijk voorbeeld van korte termijn denken, waarbij de eigen portemonnee belangrijker is dan de lange termijnstrategie. Het resultaat is wel dat er nu een tekort is aan accountants dat nooit meer wordt ingehaald. Als vennoten strategisch hadden gedacht dan hadden ze mensen juist gestimuleerd om nu de accountantsopleiding te gaan volgen of af te ronden. Die mensen hadden nieuwe kennis en vaardigheden ingebracht en dat zou de winstgevendheid van het kantoor op lange termijn ten goede komen. Maar let op mijn woorden bij de volgende crisis gaan veel kantooreigenaren weer op dezelfde manier reageren. Het eerste wat ze stopzetten is het vergoeden van opleidingen, trainingen en studiebijeenkomsten.’
Daarna gaf hij ze de opdracht om in kleine groepjes door te spreken over de vraag hoe strategisch het kantoor dacht waar zij nu werkten. Els zat in een groep met Mike en twee andere studenten. Een van deze studenten werkte bij een top-20 kantoor en vertelde dat de vennoten van zijn kantoor ieder jaar een strategiebijeenkomst hielden en de resultaten daarvan ook deelde met het personeel en het personeel ook zelfverantwoordelijk maakte om die strategische doelen te halen. De mate waarin je daaraan hebt meegewerkt telt ook mee bij je jaarlijkse beoordeling. Net als de aandacht die je hebt voor vaktechnische issues. Het aantal behaalde declarabele en betaalde uren telt maar voor twintig procent mee. Els gaf aan dat het kantoor weinig aandacht had voor de strategie en dit vooral kwam doordat er een vennoot was die over een aantal jaren met pensioen ging en nu nagenoeg alle vooruitgang blokkeerde. Als het geld kost gaat het niet door en daardoor werken wij bijvoorbeeld nog met oude computers en vinden ze thuiswerken bij ons nog geen goed idee. Ze vertelde maar niet dat ze zich altijd ergerde aan Johannes die op recepties altijd liep te pochen hoe strategisch en modern zijn kantoor tegenwoordig wel niet dacht. ‘We staan tegenwoordig toe dat mensen vier dagen per week werken en sinds kort hebben we ook iemand die het nodig vindt om een keer per jaar te vasten in dienst genomen.’ De mensen die om hem heen barsten in lachen uit.
Uiteindelijk deed Mike zijn verhaal. ‘Ons kantoor ligt in een wijk waar heel veel andere kantoren zijn gevestigd net als een groot aantal andere zakelijke dienstverleners. Wat ik zie is dat de kantooreigenaren heel erg op elkaar letten en vooral hun best doen om zoveel mogelijk doorverwijzingen van consultants en advocaten te scoren. Alles staat in het teken van groei. Groei van omzet, groei bij klanten, groei van medewerkers en eerlijk is eerlijk ik heb geen slecht salaris. Maar daar staat wel tegenover dat er altijd van je verlangd wordt dat je altijd klaar staat voor de zaak.’
Jan Wietsma
Lees hier alle eerdere afleveringen
Aflevering 1. Professional in de knel: Maar toch kies ik nu voor mijn kind
Aflevering 2. Bepalingen NV-COS 240. Even vroeg ze zich af of ….
Aflevering 3. Eerst de jaarrekening, daarna praten we wel verder
Aflevering 4. Ambitie en generaties
Aflevering 5. Vriend…?
Aflevering 6: Burn-out
Aflevering 7. ‘Sinds kort ben je miljonair. Op papier dan…’
Aflevering 8. Virus
Aflevering 9. As good as new, maar waar vandaan?
Aflevering 10: Filewerkzaamheden
Aflevering 11. Moreel kompas
Aflevering 12. De drie A’s, overgewaardeerd?
Aflevering 13. Blauw oog
Aflevering 14. Werkdruk en verwachtingen
Aflevering 15. ZZP’er in de zaak en afspraak
Aflevering 16. Zorro Trust
Aflevering 17. Dimitri, zijn accountant en ondernemers
Aflevering 18. Functiescheiding en vertrouwen
Aflevering 19. Cocktail in Nairobi
Geef een reactie